Engel op theevisite

Voor Pien zijn de dagen al tien jaar lang hetzelfde. Maar vandaag pakt de dag heel anders uit. Dankzij een jonge engel met een oude ziel.

grandma-and-girl-closeup2

Het zijn niet de makkelijkste maanden van het jaar voor Pien. Nu de dagen alsmaar korter worden en de zon zich slechts af en toe laat zien heeft zij vaak geen zin om op te staan. Al ligt zij meestal ruim voordat het licht wordt toch al klaarwakker in het grote bed, turend naar het slaapkamerraam.

De gordijnen laat Pien voordat zij gaat slapen altijd een klein stukje open. Als zij dan wakker wordt kan ze goed zien of de dag zich ergens in de verte aankondigt. Maar zo dicht tegen het eind van het jaar duurt dat voor Pien veel te lang. Ze staat dan toch maar op en gaat gehuld in haar duster in de keuken een kopje thee drinken, met alleen het kleine lampje onder het aanrecht aan. Voor Pien is dat licht genoeg, zo op de vroege morgen.

 

Vroeger dronk Pien altijd een kopje thee met haar man Harry aan de keukentafel. Vlak voordat hij naar zijn werk ging. Terwijl Harry in de douche bezig was maakte Pien een pot groene thee en smeerde zij zijn boterhammetjes. Ze gaf hem daarbij vaak een appel, peer of een banaan. Pien vond het belangrijk dat haar Harry gezond at want zijn cholesterol was bij de laatste controle veel te hoog gebleken. Pien besloot hierop dat er meer fruit en groenten in huis gehaald moest worden en dat er minder suiker en vet werd gegeten. Harry pruttelde in eerste instantie tegen maar wende vrij snel aan de creatieve bammetjes van Pien. Desembrood belegd met sla, tomaat, kaas en avocado, om maar wat te noemen.

 

Op zaterdag gingen Pien en Harry steevast samen de boodschappen doen, in de lokale supermarkt. Dat vond zij gezellig, zo samen met haar Harrietje. Bij de visboer haalde zij dan twee lekkerbekkies en smikkelden die thuis samen aan de grote tafel op. De dokter had immers gezegd dat Harry wel vette vis mocht eten. En voor de zondag haalden zij altijd vier stuks tompoezen in huis. Na afloop van de ochtend kerkdienst name zij er ieder eentje bij de koffie en ’s avonds na de avonddienst nog eentje. Pien en Harry konden het samen goed vinden. Zij waren al samen sinds zij tieners waren. Tot enkele jaren geleden. Harry werd op het werk ineens niet lekker. Zijn collega’s hebben snel de ambulance gebeld maar voordat die met Harry achterin bij het ziekenhuis arriveerde was het kaarsje van Harry al uitgegaan. Nog geen jaar voordat hij met pensioen zou gaan.

 

***

Harry was een vrolijke man. Altijd al geweest. Dat is wat Pien zo aantrekkelijk aan hem vond. Hij kon haar elke dag wel aan het lachen maken. “Komt best goed, gekkie” zei Harry altijd als er iets gebeurde waar Pien even van uit haar hum raakte. En hij had elke keer weer gelijk. Pien kon nooit lang piekeren want Harry hoefde maar te gaan zingen en zij voelde zich snel weer een stuk beter. “Kijk maar naar beessies, die maken zich toch nooit druk?” Ook iets wat Harry altijd zei.

 

Het verlies van Harry heeft Pien nooit helemaal kunnen verwerken. Ze mist hem nog iedere dag. Elke avond, voordat zij gaat slapen sluit zij haar ogen en haar handen ineen en vraagt zij of het goed met hem gaat. Stilletjes hoopt Pien dan een keer antwoord te krijgen, maar dat is tot op de dag van vandaag nog niet gebeurd. Soms vraagt Pien, als zij in bed lig met haar handen gevouwen en ogen gesloten, om kracht. Kracht om het leven aan te kunnen. Naar buiten te kunnen gaan en misschien zelfs naar muziek te kunnen luisteren. Sinds het overlijden van Harry heeft Pien namelijk de radio niet meer aan gehad. Dat durft ze niet. Harry zong vaak mee met de liedjes op de radio. En Pien neuriede dan binnensmonds met het gezang van Harry mee. Gezellige tijden waren dat. Maar Pien kan gezelligheid niet eens meer verdragen. Zelfs een lach kan zij niet meer op haar mond toveren. Zo zonnig als Pien’s dagen waren met haar Harrietje, zo donker is haar leven sinds hij er niet meer bij is.

 

De thee is voldoende afgekoeld om te drinken. Het theeglas vasthouden gaat net. Ze waarschuwde Harry altijd dat de thee nog heet was. “Stervensheet zelfs” zei ze er dan achteraan. Voorzichtig sluit Pien haar handen om het glas en brengt het tot vlak voor haar mond. De damp beweegt in golvende bewegingen vanaf het glas in de halfdonkere keuken. Door het keukenraam ziet Pien dat de lucht een beetje lichter begint te worden. “Gelukkig” zucht Pien hardop. De theedamp raakt hiervan even uit balans maar herstelt zich direct. Het is muisstil in huis. Buiten is het ook erg stil. Af en toe hoort ze het starten van een auto en het wegebbende geluid van de motor wanneer de auto de straat uit rijdt.

 

Bij het tweede glas groene thee neemt Pien een boterham met belegen kaas. Twee plakjes, niet meer. Anders is de kaas gauw op en moet zij weer zo snel naar de supermarkt. En daar heeft Pien geen zin in. Ze probeert zo min mogelijk buiten te komen, het liefst helemaal niet. Sinds Harry er niet meer is komt Pien maar twee keer per maand in de supermarkt. Dan koopt zij zoveel boodschappen als in haar fietstassen passen. Vaak hangt ze dan ook nog eens twee tassen aan het stuur. En ze gaat altijd exact om half negen in de morgen, wanneer de supermarkt net open is. Zo loopt zij zo min mogelijk risico om mensen tegen te komen.

***

“Nou, je hebt er vandaag kennelijk weer eens geen zin in, hè?” mompelt Pien bij het opendoen van de gordijnen van de slaapkamer. Ze kijkt door het raam omhoog naar de donkere luchten en concludeert dat de zon er wederom niet bij zal zijn vandaag. Met een diepe zucht slentert Pien naar de badkamer en start haar ochtendritueel. Ze vraagt zich soms af waarom ze al die moeite nog zou doen. Maar dan hoort ze de stem van Harry in haar hoofd. Die vond het altijd heel belangrijk er netjes en verzorgd uit te zien. Pien wil Harry niet teleurstellen en speciaal voor hem gaat ze elke morgen onder de douche en trekt ze schone, nette kleren aan. Al zijn die intussen wel aan vervanging toe.

 

Zittend op de rand van het bed trekt Pien dikke wollen sokken aan. Ze heeft een enorme hekel aan koude voeten dus zorgt zij ervoor dat haar kleine voeten de hele dag goed ingepakt zijn. Bij het aantrekken van de tweede sok schrikt ze op van de deurbel.

 

“Wie kan dat nu zijn?” denkt Pien. Ze kijkt opzij naar de slaapkamer deur maar blijft zitten op de rand van het bed. Dan klinkt opnieuw de dingdong van de deurbel. Pien staat op en loopt de trap af. Door het melkglas van de voordeur ziet zij een wazig silhouet. Een klein silhouet. Pien haalt het nachtslot van de voordeur en trekt langzaam de deur een stukje open.

 

“Jaaa?” zegt Pien op zachte toon, bijna fluisterend.

Voor haar staat een meisje met twee staartjes in het haar. Haar ogen staan wijd open. Hierdoor kan Pien goed de groene pupillen van de kleine meid zien. Pien doet de deur nu een stukje verder open. Op het gezicht van het meisje ziet Pien een brede lach.

“Hoi.” Zegt het meisje hardop.

“Hallo” zegt Pien terug. “Wat doe jij hier? En zo vroeg? Moet jij niet naar school?”

Pien is duidelijk verbaasd dat de kleine meid voor haar deur staat en bij haar heeft aangebeld. Pien is zelfs een beetje van slag. Er komt namelijk nooit iemand aan de deur. Dat komt door de grote stickers die zij op de deur heeft geplakt waarmee ze collectanten en andere mensen weg wilt houden. Het meisje beweegt een beetje heen en weer met haar lichaam. Alsof ze wat nerveus is.

“Ik kom even kijken hoe het met jou gaat.” Zegt het meisje.

Pien kijkt verbaasd, op haar voorhoofd verschijnen nog meer rimpels en haar wenkbrauwen maken een beweging omlaag.

“Nou, dankjewel hoor voor de interesse maar ik denk dat jij beter door kan lopen naar school. “

Pien wijst hierbij naar links. De scholen staan een stukje verderop.

“Hihihi” giechelt het meisje en haar lichaam beweegt hierbij weer een beetje heen en weer. “Het is zaterdag, dan is er geen school, dat weet je toch zeker wel?”

“Oh.” Antwoordt Pien. “Maar wie ben jij? En wat doe je bij mij aan de deur?”

“Nou…” zegt het meisje nu heel zachtjes en kijkt omlaag.

Dan kijkt ze weer op, recht in de ogen van Pien. “Ik heet….Angela. En jij bent….Pien” Deze woorden kwamen er wat stotend uit maar het meisje blijft Pien aankijken.

“Hoe weet jij mijn naam?” vraagt Pien. Haar stem gaat hierbij de hoogte in. “Niemand weet mijn naam, ik ken geen mensen die mijn naam weten. En dat wil ik eigenlijk wel zo houden.”

 

Pien voelt zich onrustig en weet niet zo goed wat zijn nu aan moet met deze vreemde, kleine, Angela aan haar voordeur.

“Ik weet dat gewoon.” Antwoordt Angela.

Op haar gezicht is de glimlach weer net zo groot als even daarvoor. Ook haar ogen staan weer wagenwijd open.

“Ik weet ook dat jij gauw kouwe tenen hebt en daarom dikke sokken draagt. Zegt het meisje “En soms, als je hele kouwe voeten hebt, dan zet je die tegen de verwarming aan.”

Pien slaat haar hand voor haar mond. Ze is stomverbaasd dat deze kleine meid iets over haar weet wat niemand zou kunnen weten.

“Hoe weet jij dat?” vraagt Pien “Wie heeft jou dat verteld?” Hierbij kijkt Pien naar buiten, links en rechts, of ze misschien iemand ziet staan. Maar er is verder niemand in de straat te zien.

“Niemand” antwoordt Angela “Vroeger toen ik nog heel klein was wist ik nog veel meer maar ben sommige dingen een beetje vergeten. Ik wou al eerder naar je komen maar toen was ik nog te klein.”

Pien weet niet wat zij hier van moet denken. Ze kijkt het meisje zwijgend aan.

 

“Vroeger, heel lang geleden, woonde ik hier ook.” Zegt Angela “Daarom kom ik nu kijken hoe het met jou gaat. Heb je al thee gedronken?”

Het hart van Pien klopt razendsnel. Haar mond zakt langzaam open. Ze trekt de voordeur nog een stukje verder open en buigt dan iets naar voren, tot haar ogen bijna op dezelfde hoogte van Angela zijn. “Hier gewoond?”

“Ja, gekkie” antwoordt Angela lachend. “Met jou toch. Alleen anders, ik weet niet alles meer.”

“Harry?” zegt Pien aarzelend en op heel zachte toon, bijna onhoorbaar.

“Toen wel, maar ik heet nu Angela hoor”

Pien’s gedachten gaan alle kanten op en ze voelt paniek door haar lichaam stromen. Maar ze weet ook dat Angela de waarheid spreekt. Ze voelt iets dat ze lang niet heeft gevoeld. Dat ze niet alleen is. Het lijkt een beetje op blijdschap, en dat gevoel heeft ze jaren niet gehad.

***

“Ik lust wel thee” zegt Angela hardop “Die groene”.

Pien kijkt nog eens naar links en rechts in de straat. Niemand te zien, het is ook pas tien uur. De meeste mensen slapen uit op zaterdag, en ze wist niet eens dat het zaterdag is.

“Ik zet wel een pot thee, kom maar binnen” zegt Pien en stapt opzij zodat Angela er in kan.

Angela twijfelt geen seconde en loopt rechtsreeks naar de keuken. “Daar!” zegt Angela en wijst omhoog naar het keukenkastje in de hoek. “Groene thee is in die daar.”

Pien staat als aan de vloer genageld. Haar hoofd schudt zachtjes heen en weer. Ze kan het bijna niet geloven maar ze kan het niet ontkennen. Al die jaren heeft ze gebeden om een antwoord, om kracht en een signaal. Maar het bleef stil, tot nu.

Pien zet de ketel op het vuur en haalt het doosje met groene thee uit het keukenkastje. Angela is intussen op een keukenstoel gaan zitten en volgt de bewegingen van Pien.

“Niks veranderd hier in huis” zegt Angela. “Stoel is ook hetzelfde”

Voor het eerst in jaren verschijnt er een glimlach op het gezicht van Pien. Een magere glimlach, dat wel. Angela is jong en vol energie, dat kan Pien duidelijk merken. Pien plaatst haar beide handen op het aanrecht en sluit haar ogen voor enkele seconden. In gedachten dankt zij de heer, al weet ze nog niet zo goed waarom.

“Waar woon jij?” vraagt Pien terwijl ze twee glazen groene thee op de keukentafel zet. “..en pas op, de thee is..”

“… nog sterrevusheet” maakt Angela de zin van Pien af.

“Mijn hemel” zegt Pien met een heel hoge stem “Je bent het echt!”

Angela knikt. Dan kijkt ze om zich heen. “Je hebt niks veranderd. Hoe lang geleden is het eigenlijk?”

Pien gaat ook aan tafel zitten en schuift haar stoel aan.

“Negen jaar, bijna tien.”

“Oh ja, gekkie ben ik ook” zegt Angela lachend “Ik ben bijna negen.”

Pien glimlacht weer en kijkt Angela aan. Ze kan het nog altijd niet geloven maar van binnen voelt zij heel sterk dat het klopt. Dat Angela speciaal is.

 

“Wat weet jij nog meer van mij?” vraagt Pien “ Ik bedoel, het is natuurlijk heel vreemd dat jij dingen van mij weet die alleen Harry kan weten.”

“Ik wist vroeger toen ik nog heel klein was veel meer dan nu, hoor” antwoordt Angela “Maar ik weet nog wel dat jij je vaak zorgen maakte. Terwijl zorgen helemaal niet bestaan. Beessies hebben toch ook geen zorgen?”

Hierop komt een heel hoog piep geluid uit de mond van Pien.

“Ooh, sorry hoor, maar je zei weer iets dat alleen Harry kan weten, of altijd zei. Zo raar.”

Angela kijkt Pien zwijgend aan en knikt haar hoofd een beetje. Ze reikt naar haar thee en pakt het glas op. Ze blaast over het glas en neemt hierna voorzichtig een slokje thee. Ze zet het theeglas daarna weer op de keukentafel.

“Ik zie jou nooit in de kerk” zegt Angela “Daarom ben ik maar naar huis gekomen.”

 

 

Pien vertelt Angela dat zij niet vaak meer buiten komt en dat ze nooit meer naar de kerk is gegaan nadat Harry is overleden. Dat haar leven als het ware is opgehouden, zo vind ze zelf. Dan stopt ze met vertellen en beweegt iets naar voren.

“Weet je nog meer? Vraagt Pien “Ik bedoel, toen Harry doodging?”

Op het gezicht van Angela verschijnt dezelfde brede glimlach weer. “Dood bestaat niet echt hoor. Ik weet nog wel dat ik zag dat jij ongelukkig was. Toen heb ik gekozen om dichtbij te komen wonen, bij een nieuwe papa en mama, zodat ik je weer blij kan maken.”

Pien luistert aandachtig naar Angela. Tussen de woorden, uitgesproken met een kinderstem, meent ze haar man te kunnen horen, hoe gek dat in haar eigen oren lijkt te klinken. Wat ze wel een geruststellende gedachte vindt is dat dood niet echt dood betekent maar dat je verder gaat, of zoiets.

“Misschien is dat wel de hemel waar ze het in de kerk altijd over hebben, maar dan een beetje anders, en wellicht leuker?” denkt Pien

 

 ***

“Zeg, Angela” zegt Pien. Ik vind het heel leuk dat je bent langs gekomen en ik geloof wat je zegt, maar ik moet er nog een beetje aan wennen, eerlijk gezegd. Misschien dat je na de thee maar weer naar je eigen huis moet gaan. Dan kom je een andere keer maar weer eens gezellig langs, als je moeder dat goed vindt tenminste.”

“Dat vindt zij wel goed, hoor” zegt Angela. Ik heb haar verteld dat ik naar jou toe ging.”

 

“Oh, echt waar?” vraagt Pien verbaasd “Maar, wat zij je mama toen?”

Angela moet weer lachen. “Mijn mama weet dat ik speciaal ben. Dat wist ze al toen ik ben geboren. Daarom heet ik Angela. Dat betekent ‘engel’.

Pien leunt iets verder achterover in haar stoel en schudt haar hoofd. “Ongelooflijk, zeg”.

 ***

“Nou, ik heb mijn thee op.” Zegt Angela triomfantelijk “Zal ik later terug komen, dat we samen tompoezen gaan halen, en misschien nog wat andere boodschapjes? Dan kan je mijn moeder ook zien, die neem ik dan wel eventjes mee.”

Voordat Pien kan antwoorden is Angela al uit haar stoel gesprongen en dartelt zij naar de voordeur. Pien loopt zo vlug zij kan achter de kleine meid met twee staartjes aan en is net op tijd bij de voordeur om naar haar te zwaaien.

De rest van die ochtend is Pien voornamelijk bezig om haar bijzondere ontmoeting met Angela te verwerken. Ze kan er nog steeds niet goed bij wat er precies is gebeurd. Maar wat ze wel weet is dat zij zich goed voelt. Een warm gevoel van geluk, of iets dat daar op moet lijken, is diep van binnen ontwaakt. Ze heeft voor het eerst in negen jaar zelfs de radio weer aangezet. En juist op het moment dat zij tijdens het afwassen mee staat te neuriën met de melodieuze tonen uit de radio, gaat de deurbel.

Snel loopt Pien naar de voordeur. Onderweg doet ze met een vlugge beweging haar keukenschort af en gooit die op de leuning van de bank. Door het melkglas van de voordeur heen ziet Pien twee silhouetten. Een kleine en een grote. Ze twijfelt niet en doet meteen de deur open. Daar ziet ze de kleine Angela staan met naast haar een jonge dame.

 

“Dag, mevrouw” zegt de jonge dame “Ik hoorde van mijn dochter dat zij vanmorgen kennis heeft gemaakt met u.”

Op het gezicht van Pien verschijnt een glimlach. “Een wonderlijke kennismaking, kan ik u vertellen.” Pien kijkt hierbij Angela aan en geeft haar een knipoog.

“Ja, dat geloof ik graag” zegt de dame “Ze wilde al veel eerder bij u op bezoek gaan maar mijn man en ik vonden dat zij eerst zelf goed moest beseffen wie zij is en welke herinneringen zij mee heeft genomen. Anders zou zij misschien juist voor paniek gezorgd kunnen hebben.

“Oh, dus u weet hier al veel langer van?” vraagt Pien

“Oh jazeker wel.” zegt de dame “Angela heeft voordat zij kon spreken veel tekeningen gemaakt. Al haar tekeningen hadden met dit huis te maken, beseften wij al snel. En wij hebben Angela dingen horen zeggen die alleen specifieke volwassenen kunnen weten. Voor ons was het overduidelijk hoe speciaal zij is en dat alle lijnen naar hier liepen. Daarom zijn wij uiterst voorzichtig geweest. Vanmorgen verraste zij ons door te zeggen dat het tijd is om op bij u op visite te gaan. Mijn man en ik wisten meteen dat het goed was en hebben vanaf een afstand de boel in de gaten gehouden. U zag ons niet, maar wij u wel.”

Pien slaakt een diepe zucht. “Komt u anders even binnen, we staan hier zo te kijk en in de kou.”

Pien stapt opzij en draait de voordeur zo ver mogelijk open zodat Angela en haar moeder naar binnen kunnen. Voordat Pien de voordeur dicht doet kijkt ze nog snel even links en rechts de straat in. Niemand. Angela en haar moeder lopen met Pien het huis in en nemen plaats op de bank.

 

***

“Dus u vindt het niet gek?” vraagt Pien aan de moeder van Angela.

“Nee hoor, helemaal niet” antwoordt de moeder van Angela “Ik geloofde altijd al dat er meer is tussen hemel en aarde en met de geboorte van deze kleine meid werden mijn vermoedens stevig bevestigd. ”

“Nou, om u eerlijk te zeggen hoopte ik dat ergens ook maar had ik geen enkel bewijs.” Zegt Pien “Tot nu dan.”

“Dat doet mij goed om te horen” zegt Angela’s moeder “U heeft er vanaf vandaag een nieuwe vriendin bij.”

 

Hierop staat Angela op van de bank, gaat naast Pien zitten en pakt haar hand vast.

 

“Zullen we nu dan lekkere tompoezen gaan halen voor bij de thee morgen?” vraagt Angela aan Pien.

Pien moet lachen en knijpt zachtjes in het handje van Angela. “Lijkt me heerlijk. Halen we er acht. Komen je papa en mama ook gezellig een tompoes eten morgen.”

 

 

Arjan Eikelenboom

Amsterdam – 13 november 2016

5 Comments

  1. Hoi Arjan,

    Wat een mooi verhaal! In één keer uitgelezen!

    Leuk om weer een verhaal van jou te lezen.

    Hartelijke groet,

    Marjon

Leave a comment