Frustraties zijn een produkt van verwachtingen. Hoe wij er mee omgaan zegt veel over wie we zijn.
De achterdeur valt met een harde knal dicht. Door de vitrage heen ziet ze zijn silhouet bewegen in de donkere achtertuin. Het regent hard. Hij is zonder jas naar buiten gegaan. Boem. Weer een harde knal. Dit keer was het de deur naar het achterpad die met een zwieper werd dicht gegooid.
Vijf jaar geldeden zijn Arno en Eliza getrouwd. Een prachtig stel en stapelgek op elkaar. Hun bruiloft was er dan ook eentje waar in het dorp nog steeds over gesproken wordt. Zij een mooie slanke den met lang donker golvend haar. Hij een stoere besnorde motorrijder. Haar hagelwitte jurk had een meterslange sleep en hij droeg een op maat gesneden smoking. Stijlvol en origineel. Zij leerden elkaar kennen tijdens de autocross. Elk jaar is de autocross en bijna iedereen uit het dorp en de omliggende dorpen komen daarheen. Je hoeft niet eens van auto’s of crossen te houden.
Na hun huwelijk betrokken Arno en Eliza hun nieuwe woning. Het was nog maar amper klaar. Ze hadden de woning lang voor hun huwelijk op papier gekocht. De nieuwe wijk in het dorp kwam vlakbij de school te liggen. Wel zo makkelijk wanneer er kinderen komen, zo was hun gedachte. Lang nadenken hoefden ze dan ook niet. Trouwen en kinderen krijgen. Arno en Eliza hadden hun toekomstplannen mooi synchroon.
Nu, vijf jaar later, zit Eliza alleen in de huiskamer. Op een regenachtige doordeweekse oktoberavond. Ze tuurt al een paar minuten naar de muur, maar beweegt dan haar hoofd. Ze kijkt naar de gesloten drankenkast. Dan laat ze haar hoofd weer hangen. Een traan rolt langs haar rechterwang, blijft een paar seconden aan haar wang hangen en valt dan op haar knie. Haar spijkerbroek kleurt op dat plekje meteen een stuk donkerder. Om de paar seconden klinkt er een luid gesnotter. Dan haalt Eliza haar neus flink op en is het weer voor een paar seconden stil in de huiskamer.
Arno heeft Bingo, de hond, meegenomen. Zonder riem. Bingo loopt bijna altijd los dus hij mist de riem niet. Het dagelijkse avondrondje is deze keer wel anders. Bingo loopt normaal gesproken al druk snuffelend heen en weer over het pad, voor Arno uit. Hierbij tilt hij elke avond op dezelfde plaatsen zijn poot op. Daarbij zwiept zijn lange dunne staart vrolijk heen en weer. Soms zwiept zijn staart tegen een lantaarnpaal en kun je de echo van de harde tik in de lantaarnpaal horen. Nu is Bingo rustig en blijft hij pal naast Arno lopen. In het hetzelfde tempo als Arno. Na ongeveer tien passen kijkt Bingo omhoog naar Arno. Tien passen later doet Bingo dit weer. Zo gaat het de hele wandeling. Bingo voelt dat het baasje niet in zijn normale doen is. Bingo loopt dicht tegen het rechterbeen van Arno. Bingo doet geen kleine en ook geen grote boodschap. Aan het eind van het wandelpad, in het kleine parkje met struiken, eindigt ook het dorp. Op dit punt begint het lange wandelpad naar de rivier. Daar gaan Arno en Eliza altijd met Bingo lopen in het weekend. Dan maken ze met zijn drieën altijd een paar keer een extra lang rondje.
Arno Staart zwijgzaam voor zich uit. In zijn jonge gezicht zijn duidelijk zorgrimpels zichtbaar. Arno bukt. Pakt een paar steentjes van de grond en gooit ze één voor één het spruitenveld in, dat aan de overkant van de sloot ligt. Bingo kijkt elke worp, elk steentje, met belangstelling na. Zijn staart kwispelt een beetje.
Eliza staat op van de bank. Loopt naar de drankenkast. Doet het luik omhoog en grijpt tussen de flessen naar achteren. De hand komt terug met een oud pakje Stuyvesant. Eliza kijkt naar het pakje. Haalt haar neus nog een keer flink op en loopt naar de keuken. Uit de besteklade pakt ze een gasaansteker. Ze kijkt naar buiten. Het regent nog steeds.
Arno en Eliza hadden nu eigenlijk al klaar moeten zijn met eten. Zij eten iedere dag om zes uur. Dat doen ze al vanaf de eerste dag dat ze in hun eigen huis wonen. Eliza kookt en samen wassen ze dan na het eten af. Daarna gaat Arno altijd even een stukje lopen met Bingo. Tegen de tijd dat hij terug komt van de wandeling met Bingo heeft Eliza de koffie klaar en kijken ze samen tv. Vroeger was dat steevast GTST. Maar dat werden ze een beetje zat dus kijken ze nu liever naar Roy Donders of shownieuws.
Vandaag was Arno er nog niet om zes uur. Terwijl hij meestal om vijf uur al uit zijn werk is.
Eliza belde hem een paar keer op zijn mobiel maar hij nam niet op. Eliza heeft wel twintig keer naar buiten gekeken maar geen enkele keer zag ze Arno. Om half acht klonk het geluid van het dichtvallen van de achterdeur. Eliza was in de huiskamer en liep meteen naar de keuken.
‘Waar zat je nou?’ riep Eliza.
Arno draaide zich om. Hij had zijn natte motorjas in de schuur gehangen maar was toch nat geworden van het korte stukje lopen van de schuur naar de keukendeur.
‘Hoezo? antwoordt Arno een beetje onnozel en kijkt omlaag. ‘Moet ik elke seconde vertellen waar ik zit tegenwoordig?’
‘Je meurt naar drank!’ gilt Eliza ‘Gaan we nu weer in de kroeg hangen na het werk? Is dat de oplossing?
‘Wat is dan de oplossing?’ gilde Arno terug. ‘Nou’?
‘Hoe moet ik dat nou weten’ gilde Eliza weer terug.
Arno draaide zich om en verliet de woning. Zonder jas. Met Bingo.
Eliza loopt naar de voordeur. Pakt haar jas van de kapstok en ritst de jas tot haar kin dicht.
Ze loopt terug naar de achterdeur. Ze hurkt, pakt haar sneakers en knoopt ze aan haar voeten. Vlak voordat ze de tweede strik legt haalt ze haar snotterende neus nog eens goed op. Eliza staat op en doet twee stapjes naar achteren, kijkt in de kleine spiegel, veegt de donkere traanvegen van haar wangen en onder haar ogen vandaan, en doet dan de achterdeur open. Op de deurmat ziet ze het pakje Stuyvesant en de gasaansteker liggen. Ze raapt het op, kijkt er een seconde naar, en legt het op het aanrecht. Ze loopt naar de schuur. In het zwakke licht van het enkele peertje in de schuur ziet ze de motorjas van Arno aan een kleerhanger hangen. Het regenwater druipt er nog steeds vanaf. Ze pakt de jas van de hanger en rolt de jas op. Eliza loopt met de motorjas van Arno onder haar arm de tuin uit. De tuindeur doet ze voorzichtig, bijna geluidloos achter zich dicht.
Arno is de oudste zoon van een grote familie. Hij is opgevoed met traditionele normen en waarden. In zijn dromen had hij zijn ouders graag hun eerste kleinkind willen geven. Tijdens hun huwelijk werd er door iedereen nog eens extra aandacht aan geschonken.
‘Volgend jaar om deze tijd ligt er vast een kleintje in die nu nog lege en saaie logeerkamer’ zo hoorden ze maar wat vaak tussen het proosten en speeches geven door. Daar lachten ze dan ook steeds weet om want ja, dat waren ze ook absoluut van plan; kinderen krijgen. Arno en Eiza waren stiekem al af en toe naar babymeubelen en babykleertjs en speelgoed gaan kijken.
Na twee jaar, toen de logeerkamer onveranderd bleef, begonnen de eerste opmerkingen uit de kring van familie en vrienden te komen.
‘Langzaam zaad’ grapte Arno elke keer wanneer hen werd gevraagd waarom Eliza nog steeds niet zwanger was. Eliza maakte gelijksoortige grapjes als het onderwerp bij haar vriendinnen ter sprake kwam. Maar toen zijn ouders een jaar later opa en oma werden zonder dat Arno daar voor verantwoordelijk was begon het tussen Arno en Eliza te rommelen. De druk om kinderen te krijgen en het niet willen lukken, werd groter.
Daardoor steeg tussen hen ook de spanning.
‘Gewoon blijven proberen’ zei de oude huisarts.
In die periode ging Arno weer af en toe, uit zijn werk, eerst nog even de dorpskroeg in voordat hij naar huis reed op zijn motor. Een biertje drinken en dan thuis eten. Na hun bruiloft had Arno dat niet meer gedaan. Een biertje drinken in de kroeg was iets van voor hun trouwen. Hij kwam elke dag linea recta naar Eliza voor zijn prakkie. In de dorpskroeg zat Arno met z’n oude vrijgezelle maten dan gezellig te kletsen. Dat af en toe, werd al snel elke dag. Arno kon uren op de barkruk blijven zitten. Eliza was op een gegeven moment maar gestopt met het koken voor hun beiden omdat ze toch niet wist hoe laat hij zou komen en of hij wel trek had. Vaak at hij in de kroeg een patatje met een bal gehakt. Kwam dan stomdronken thuis en viel op de bank in slaap.
Eliza ging in die tijd met vriendinnen naar knutselavondjes bij andere vriendinnen. Het gebeurde regelmatig dat Arno op de bank lag te snurken wanneer ze van een knutselavondje thuiskwam. Dan sloop ze geluidloos naar boven en ging naar bed. Vaak was het pas ver na middernacht dat ze Arno in bed voelde glijden. Hij pakte haar dan altijd voorzichtig vast en trok haar zachtjes tegen zich aan. De dranklucht langs haar nek nam ze voor lief. Ze stopte haar kleine voeten dan langzaam tussen die van hem en viel zo, eindelijk, stevig in zijn armen, in slaap.
De dagelijkse bezoekjes aan de kroeg kwamen abrupt tot een einde toen Arno, na een gezellig avondje bieren met zijn maten, met zijn motor tegen een tegemoetkomende auto aanreed en na een paar salto’s in de lucht, in een sloot belandde. Na drie weken in het ziekenhuis mocht Arno thuis revalideren. In totaal duurde het zes maanden voordat Arno weer aan het werk kon. Het enige biertje dat Arno tegenwoordig nog drinkt is het flesje bier bij de chips en pinda’s in het weekend.
Nadat Arno genezen is verklaard zijn ze op advies van het ziekenhuis, gestart met vruchtbaarheidsonderzoeken. Vanmiddag belde het ziekenhuis met de uitslag van de laatste onderzoeken. Het bericht was helder; Eliza zou via de natuurlijke weg nooit kinderen kunnen krijgen. Als Arno en Eliza kinderen willen krijgen dan zullen ze een lange weg moeten gaan bewandelen met veel ongemakkelijke ziekenhuisbezoeken en behandelingen. En dan nog is er geen garantie dat middels de kunstmatige opties een zwangerschap zal worden bereikt. De arts meldde zelfs dat de kans dat een zwangerschap kan worden bereikt, heel erg klein is. Arno hoorde het nieuws op zijn werk. Eliza was thuis.
De sneakers van Eliza maken een soppend geluid bij elke stapt die ze maakt. Ze heeft haar hoofd zo ver mogelijk in de kraag van haar jas gestoken. De stapjes die ze maakt zijn klein en kort op elkaar. Haar linkerhand heeft ze in haar jaszak. Onder haar rechterarm heeft ze de motorjas van Arno. De voortdurende regen en het water op het pad heeft zich in alle hoeken van haar sneakers gezogen. Het is alsof ze op twee sponzen loopt. Bingo draait zich om. Hij hoorde het soppende geluid al van ver. Zijn staart kwispelt heen en weer. Hij is blij het vrouwtje nu ook te zien. Arno heeft de soppende sneakers van Eliza ook gehoord. Zijn hoofd beweegt hij iets naar links, zodat hij Eliza kan zien. Zijn donkere krullen zijn drijfnat en regenwater stroomt aan alle kanten van zijn hoofd in zijn nek. Eliza staat nu naast hem, met haar rechterarm tegen die van hem aan. Haar mooi golvende donkere haren zijn veranderd in natte, slordige slierten. Zonder hem aan te kijken haalt ze zijn motorjas onder haar arm vandaan en rolt de jas uit. Arno slaat zijn linkerarm langzaam om Eliza heen, zonder verder te bewegen. Hij trekt haar dan zachtjes tegen zich aan. Eliza kijkt hem aan en houdt de motorjas voor zich uit, ietsjes omhoog zodat ze zeker weet dat hij de jas ziet. Arno glimlacht. Hij pakt met zijn rechterhand de motorjas uit de handen van Eliza en slaat dan deze arm ook om Eliza heen. Hij omhelst Eliza stevig. Zo blijven de twee een tijdje staan. Bingo staat met zijn rug dicht tegen de knieholte van Arno aan. Hij rilt van de kou en begint wat onrustig te piepen.
‘Heeft de hond ook nog niet gegeten?’ Vraagt Arno en maakt hierbij wat ruimte tussen hen om Eliza aan te kunnen kijken.
Eliza kijkt omhoog in zijn ogen en glimlacht.
‘Vergeten’ antwoordt Eliza
Hun hoofden bewegen in het onverlichte parkje naar elkaar. In de stromende regen zijn Arno en Eliza onherkenbaar. Zijn zij één.
https://www.google.co.uk/url?