Marieke doet mee met een spelletje op Radio Vernica. Van Erik de Zwart ontvangt zij een sms om haar prijs te activeren. Maar Marieke twijfelt, zij weet dat haar leven dan nooit meer hetzelfde zal zijn.
—
De ijskoude regen waait recht in haar gezicht. Lange druppels stromen snel achter elkaar langs haar wangen. ‘Tegen de felle zon zijn er brillen in overvloed maar tegen de regen is er natuurlijk weer eens niks’ denkt Marieke bij zichzelf. Ze ziet weinig omdat haar ogen bijna helemaal zijn dichtgeknepen, op een minuscuul spleetje na. Zo houdt ze de regen uit haar ogen en ziet ze toch net voldoende om niet de sloot in te kukelen.
Marieke wil snel thuis zijn want ze heeft vanmorgen geen voorbereidingen getroffen voor het avondeten. De piepers schillen doet ze normaal gesproken na het ontbijt, wanneer de kinderen en Fred de deur uit zijn. Het liefst zou ze wat minder werken en meer thuis zijn maar helaas is het geld wat zij samen verdienen maar amper genoeg om de maand uit te zitten. Ze trapt flink door in de stromende regen en harde wind maar komt niet snel vooruit. En ze had al vertraging door de afspraak bij de diëtiste. Marieke komt thuis en zet haar fiets in de schuur. Ze ziet geen andere fietsen. ‘Mooi’ zegt Marieke hardop in de schuur. ’Ben ik vast de eerste. Een paar minuten opstarttijd voor mezelf voordat de herrie losbarst’.
Eenmaal in huis trekt Marieke snel haar natte kleren uit en hult zich in een joggingbroek en slobber t-shirt. In de keuken trekt ze een flesje witte wijn uit de koelkast en schenkt voor zichzelf een welverdiend glaasje in.
‘Even denken, hoor’ zegt Marieke hardop. ‘Spruiten, vissticks, euhm, oh ja, in de schuur staan nog piepers.’
Marieke rent op haar sloffen door de regen het tuinpad af, gooit een paar handjes aardappelen in de aardappelemmer en rent weer snel naar de keuken. Daar zet ze de radio aan. Radio Veronica. Dat is altijd al haar favoriete zender geweest. En tegenwoordig draaien ze nog steeds veel muziek uit haar jeugd. Marieke schilt de piepers en de spruiten en zet de twee pannen op het vuur.
‘Zo!’ zegt zij weer hardop tegen zichzelf. ‘En nu tijd voor mezelf. Laat ze nog maar even wegblijven’
Marieke ploft neer op de keukenstoel. Na het nemen van een slokje witte wijn gaat de hand van Marieke naar de grote houten schaal in het midden van de keukentafel. In die grote ronde houten schaal liggen allerlei frutseltjes. Zo af en toe krijgt Marieke een opruim bui en dan kiepert ze het meeste wat in de schaal ligt zo de vuilnisbak in.
De hand graait er nu een pakje zware Van Nelle shag uit. Binnen een minuut tovert ze hier een perfect gerold sjekkie uit die op haast onzichtbare wijze een plek tussen haar lippen vind. De aansteker in haar linkerhand steekt de sigaret aan.
‘Bel nu! klinkt het luid, blikkerig en schreeuwerig uit de radio op de koelkast ’De zesendertigste beller wint deze superprijs!
‘Superprijs?’ denkt Marieke en luistert aandachtig.
‘…want voordat je het weet, zit je naast jezelf! gaat de stem van Erik de Zwart verder. ’Wat zou jij tegen je jonge ik willen zeggen?’
Marieke staart voor zich uit. Haar rechter wenkbrauw beweegt omhoog, de linker omlaag. Ze denkt diep na.
‘Hoorde ik dat goed?’ denkt Marieke. ‘Naar je eigen ik? Huh? Hmm, jaja, zal wel zo’n fopprijsje zijn van één of ander wazig bedrijf. Allemaal kwats’.
Marieke pakt de telefoon, belt het nummer dat Erik de Zwart net opnoemde en neemt een hijs van haar peuk. De telefoon aan de andere kant gaat twee keer over.
‘Radio Veronica! gilt een enthousiaste jongensstem door de telefoon. Wie ben jij?
‘Euhm’ stamelt Marieke. ‘Met Marieke’
‘Hoi Marieke’ zegt de jongensstem. Blijf aan de lijn, we gaan je zo doorverbinden met Erik, na de reclames’
‘Ok’. zegt Marieke verrast. Ze neemt gauw een hijs van haar peuk en blaast de rook naar rechts in plaats van voor zich uit. Alsof er iemand voor haar zit en zij dit persoon niet wil uitroken.
Nerveus tikt Marieke met haar trouwring op de houten keukentafel. Ze neemt een slokje wijn. Dan stopt de muziek in de telefoon. Een hoop gekraak komt uit de hoorn, daarna muziek en gegil.’En aan de telefoon hebben we, Marieke’ klinkt het dan glashelder uit de telefoon. Hallo Marieke!”Hallo’ zegt Marieke een beetje verlegen.
‘Met Erik de Zwart spreek je’ komt er uit de telefoon.’ Je bent live in de uitzending, Marieke. We zoeken de zesendertigste beller voor de superprijs van vandaag. Heb jij éééénig idee de hoeveelste beller jij bent?
‘Uhm’ stamelt Marieke opnieuw. ‘Geen flauw idee!’
‘Nou’ zegt Erik de Zwart. ‘Dat ga ik je nu vertellen, Marieke! Marieke. Je bent de ZESENDERTIGSTE BELLÉÉER! Je hebt de superprijs gewonnen, Marieke! Jij gaat exclusief naar jezelf! En je mag zelf bepalen naar welk moment in je leven je terug wil om jezelf te vertellen wat zij zou moeten weten. Hoe vind je dat, Marieke?’
‘Tjemig’ zegt Marieke beduusd. ‘Tja, ik weet niet goed wat ik nu moet zeggen. Bedankt? En hoe..’
‘Graag gedaan, Marieke’ onderbreekt Erik de Zwart Marieke’s gestamel. ‘Wij begrijpen dat je totaal verrast bent met deze mooie prijs. Laat het maar even bezinken. Het enige dat de luisteraars graag van jou willen weten is; wat ga jij tegen jezelf zeggen?
Marieke blijft stil. Ze denkt diep na, kucht een keer en neemt een hijs van haar peuk.
‘Marieke? vraagt Erik de Zwart door de telefoon. ‘Hoorde ik nu het inhaleren van een sigaret?
Oei, oei, Marieke. Misschien moet je tegen je eigen ik zeggen om niet te gaan roken!’
Er klinkt luid gelach van verschillende mensen door de telefoon.
‚Nee, nee’ zegt Marieke dan.’Ik weet het wel, hoor.’
‘We zijn hier in de studio en in heel Nederland allemaal één en al oor, Marieke’ fluistert Erik de Zwart.
‘Als ik één ding tegen mezelf zou kunnen zeggen’ zegt Marieke. ‘Dan zou ik zeggen, dat ze moet kiezen voor school en doorleren in plaats van met Fred te gaan hokken’.
‘Oooooh’ zegt Erik de Zwart. ‘Dat klinkt als iemand die spijt heeft als haren op haar hoofd, Marieke’.
‘Kun je wel zeggen, ja’ antwoordt Marieke.
‘Marieke!’ Zegt Erik de Zwart dan opeens op heel serieuze toon. ‘Je ontvangt van ons een digitale code. Deze code is 24 uur geldig. Zodra je de code activeert, ga jij terug in de tijd. Naar jezelf. Je hoeft alleen maar te denken aan het moment waar je heen wil en dan gebeurt het meteen. Je blijft acht uur lang in het verleden. Marieke. Wij wensen je een geweldige trip toe. We spreken elkaar niet meer want wanneer je terug bent van je trip vervagen de herinneringen aan je oude ik en dus ook dit gesprek. Dag, Marieke!’
Nog voordat Marieke iets kan terug zeggen of Erik kan bedanken, is de verbinding verbroken en hoort zij muziek achter zich klinken, uit de kleine radio op de koelkast.
Marieke neemt een hijs van haar sjekkie en drukt de peuk uit in de metalen horeca asbak die naast de grote schaal staat. Op dat moment hoort Marieke de voordeur open gaan.
Dit breng Marieke weer bij het hier en nu. Ze staat op en loopt naar het fornuis. Daar staan de spruiten en aardappelen er flink op los te borrelen. Marieke heeft de hele tijd dat zij aan de telefoon was het vuur op zijn hoogst laten staan. Er zit bijna geen water meer in de pannen. De luchtbellen persen zich door de drassige aardappelen. Ze giet de twee pannen af en zet dan de koekenpan op het vuur. ’Voor de vissticks’ denkt Marieke.
In de gang klinkt gemopper. Het gemopper wordt begeleid door wat gestommel in de meterkast en het geluid van een vallende sleutelbos. Het gemopper wordt dan enigszins verstaanbaar en klinkt dichterbij.
’Spruiten?’ vraagt een lage korrelige stem achter haar. Er achteraan klinkt het geschraap van een dichtgeslibde keel. Fred kamp al een tijdje met een rauwe keel.
’Die waren een euro de kilo’ antwoordt Marieke zonder om te kijken. ’Anders komen er helemaal geen vitaminen in dit huis.
Marieke heeft de vissticks in een dun laagje olie gelegd. Ze beginnen al aardig goudbruin te kleuren.
’We gaan over tien minuten aan tafel’ zegt Marieke.
Fred is de huiskamer ingelopen en met de krant van vanmorgen op de bank gaan zitten. Marieke loopt bij het fornuis vandaan en kijkt om het hoekje de kamer in.
’Heb je de spullen gehaald bij de stomerij?’ vraagt Marieke aan Fred.
’Sodeju’. roept Fred zonder de krant te bewegen of zijn hoofd af te wenden. ’Pik ’t morgen wel op’.
’Jeetje, Fred.’ Zelfs dat is nog teveel gevraagd. Even langs de stomerij rijden uit je werk. Je staat er notabene stil bij de verkeerslichten!’ roept ze naar Fred.
’Was groen’ roept Fred vanachter zijn krantje.
’Kan ik dat natte spul van vandaag weer aan’ mompelt Marieke.’ Één voor één draait ze de sudderende vissticks om. ’Ik ga morgen zelf wel uit m’n werk’ roept Marieke de huiskamer in. ’Dan weet ik tenminste zeker dat ik vrijdag niet in een spijkerbroek naar m’n werk hoef. Sinds dat kreng per ongeluk met de andere kleren de droger in is gegaan pas ik het niet meer’
Marieke pakt het tafelkleed uit een keukenkastje, grist in de besteklade en loopt de huiskamer in. Achter zich voelt zij een koude wind langs haar enkels blazen.
’Deur dicht’ gilt Marieke zonder om te kijken, gevolgd door een hoestsalvo.
’Ja, mag ik eerst effe m’n natte zooi uitdoen?’ klinkt een volwassen jongensstem.
’Natte zooi gaat in de schuur’. roept Marieke met een korrelige stem. ’Ik wil die troep niet in de keuken’
Boem. De achterdeur klapt hard dicht. Marieke kijkt naar buiten en ziet haar oudste zoon het tuinpaadje aflopen richting de schuur. Daar ziet ze ook zoon nummer twee aankomen.
’Ah’ zegt Marieke ’Allebei thuis. Mooi op tijd’.
Op vier plaatsen, op het tafelkleed dat ze zojuist over de eettafel heeft gelegd, legt Marieke bestek neer. Ze loopt naar de keuken, pakt vier borden, vier bekers en dekt de eettafel verder af.
’Foooock wat een takkeweer, zeg’ hijgt Pim, de jongste, wanneer hij binnenkomt en hiermee een vlaag koude wind met zich meeneemt. Achter hem komt zijn broer, Marcel.
’Jullie kunnen meteen aan tafel’ zegt Marieke tegen de twee jongens terwijl ze één voor één de hete pannen naar de eettafel brengt. ’Kom jij ook, zeefje?’
’Is tie weer wat vergeten, mam?’ vraagt Pim.
’Stomerij’ antwoordt Marieke. ’Zometeen die zeiknatte broek van vandaag maar even uitspoelen en te drogen hangen, dan doe ik die morgen nóg maar een keer aan.’
’Oh, sukkel, pap’. zegt Marcel tegen z’n vader ’En gisteravond zet je het nog in je telefoon! Is het alarm niet afgegaan?’
’Nu je het zegt’ zegt Fred en hij pakt zijn telefoon uit zijn kontzak. ’Ik dacht al dat ik wat hoorde.’ Fred kijkt op zijn mobiel, ziet de stomerij melding, en zegt; Ja, verdraaid.’
’Eten’ roept Marieke nog eens luid en gaat zitten.
’Oh nee hè’ zegt Pim. Niet alweer focking stinkspruiten.’
’Gewoon opscheppen en eten’ zegt Marieke en schept voor zichzelf een flinke berg spruiten op.
’Met vissticks hebben we geen jus voor de piepers’ zegt Fred en hij kijkt Marieke vragend aan.
Marieke kijkt niet op en snijd haar vissticks in stukjes.
Fred staat op van tafel en loopt naar de keuken. Hij komt terug met een pot mayonaise en een fles ketchup. De fles en de pot gaan over en weer de tafel. Marieke prikt gedachteloos in een stukje visstick. Dan houd ze even stil. Kijkt op en kijkt dan om zich heen. Ze kijkt naar Fred, naar Pim en naar Marcel.
De mannen zijn druk met elkaar in de weer. Voetbal. Net als op het werk gaat het nu aan tafel ook over voetbal. De woorden die de mannen door elkaar heen roepen arriveren bij Marieke als ruis.
’Typisch’ denkt Marieke. ’Degene die het hardst over voetbal praten zijn het minst actief. Dat is op het werk zo, maar ook thuis. Komt gewoon door hèm. Als hij nou wat meer peper in zijn reet zou hebben gehad, dan waren m’n jongens niet zo, ja, je mag het van je eigen kinderen niet zeggen. En Fred is al helemaal verre van slank of gespierd.
Zelf is Marieke ook allang niet meer de slanke den die ze vroeger was. Maar ach, iedereen in het dorp is in de loop der jaren gegroeid. Dat komt met de leeftijd. Dan ga je uitdijen.
Dit excuus maken de overtollige kilootjes van Marieke en haar kroost enigszins acceptabel, vindt zij zelf. Al zijn het eerder alarmerende overtollige kilo’s en ook dat beseft Marieke maar al te goed.
Marieke schept een volle eetlepel mayo uit de grote pot op haar piepers.
’Anders is het echt droog, hè mam? hoort zij Pim tegen haar zeggen.
Marieke knikt instemmend naar Pim. Ze eet haar bord leeg zonder zich in de voetbal kakofonie te begeven.
’De regen blijft nog zeker twee dagen aanhouden’ zegt Fred wanneer ze uitgegeten zijn. De twee broers hebben meteen nadat ze hun bord hebben leeg gegeten de eettafel verlaten en zijn naar hun kamers vertrokken. Daar spelen ze computerspelletjes tot het bedtijd is.
’Mooi klote’ zegt Marieke. Uit haar mond blaast zij perfect gevormde kringetjes rook.
Fred kan geen kringetjes blazen. Fred blaast en kucht een grijze wolk uit.
Fred en Marieke zitten zwijgzaam aan de rommelige eettafel naar het nieuws van zes uur te kijken op RTL. Na het nieuws staat Marieke op van de eettafel.
’Krrrk’ klinkt het uit de richting van haar knie.
’Zo dan’ zegt Fred en hij kijkt naar de rechterknie van Marieke. ’Dat klinkt lekker, maar niet heus!’
Marieke zegt niks maar puft en steunt een beetje totdat ze helemaal recht staat.
’Ai ai’ zegt Marieke. ’Dat zal die regen en de kou zijn. Gaat meteen in m’n knieën zitten’.
Fred zijn aandacht is weer bij de tv waar EditieNL de Nederlandse kijkers trakteert op dagelijkse grafiekjes. ’We zijn altijd wel ergens heel goed of slecht in.’ denkt Marieke terwijl ze de tafel afruimt. ’Of bijna de helft van de Nederlanders is vanmorgen met een liedje in zijn hoofd opgestaan. Dat soort ’academische’ feiten.’ Deze gedachten gaan door het hoofd van Marieke. Na een half uur is alles schoon en opgeruimd. De koffie pruttelt.
Marieke zit in haar eentje aan de keukentafel. Ze staart naar de muur. Daar hangt een grote ronde klok. Marieke ziet de secondewijzer langzaam vloeiend naar rechts bewegen. Zonder schokken. Uit haar mond ontsnappen perfecte rook kringetjes zonder een spoor van rest-rook achter te laten. In de verte hoort Marieke de nasale zeurstem van Albert Verlinde. Boven is het stil. Uit haar tas pakt ze de brochure die de diëtiste meegaf die middag. Het was slechts een intake gesprek maar Marieke weet al dat ze haar manier van leven volledig moet omgooien. ’De brochure beschrijft uitgebreid hoe het komt dat wij zo makkelijk uitdijen en hoe we dit weer kunnen terugdraaien.’ zei de diëtiste. Er staan ook een artikel in van een beroemde Amerikaanse voedingsdeskundige.’ Marieke bladert door de brochure en ziet plaatjes van buikvet en tumoren. Dan slaat ze de brochure weer dicht, rolt het op en doet het weer terug in haar tas. ’Morgen op het werk lees ik het wel verder’ denkt Marieke. Buiten hoort Marieke harde windvlagen en regen tegen de ruiten aan zwiepen.
’Focking regen’. mompelt ze. ’Ik zal die broek nu maar even doen anders is dat ding morgen nooit droog. Moet hem dan nog strijken ook.’
Even later zit Marieke in haar luie stoel voor de tv. Fred lig languit op de bank. Marieke en Fred kijken elke avond in dezelfde houding om acht uur naar Goede Tijde Slechte Tijden. Dat doen ze al vanaf het begin van de serie, begin jaren negentig, toen ze nog hokten en geen kinderen hadden. Bij de koffie delen ze een ambachtelijk gebakken gevulde koek. Marieke vond een paar maanden geleden dat het best wel ietsjes minder kon met het koek eten. Aanvankelijk sputterde Fred tegen maar na een paar dagen was hij gewend aan slechts een halve koek bij de koffie.
Fred komt omhoog van de bank en gaat rechtop zitten.
’Zo hee’. zegt Fred. ’Lig ik toch bijna in slaap te dommelen.
Fred ziet de halve gevulde koek bij zijn mok koffie liggen, pakt het op en neemt een hap.
’Op het werk hadden we gevulde speculaas vandaag’ zegt Fred smakkend.
’Sshhh’ zegt Marieke. ’Het begint’.
Zwijgend kijken ze naar de soap.
Tijdens de reclame staat Fred op. ’Aan de oplader doen’. zegt Fred. ’Je moet dat ding bijna constant aan de oplader hebben anders heb je kans dat ie spontaan uitvalt.’ Fred heeft standaard een oplaadsnoertje naast de tv in het stopcontact zitten. Hij plugt zijn mobiel in.
Marieke pakt haar mobiel van tafel. Kijkt op het scherm. Één nieuw bericht. Ze klikt op berichten. Afzender; Erik de Zwart. De adem van Marieke stokt, haar ogen worden groot. Ze krijgt kippenvel op haar armen en in haar nek. Van de schrik beweegt ze naar voren en slaat bijna haar eigen mok koffie van tafel. Ze raakt de mok maar net aan en er vallen een paar druppeltjes koffie op de salontafel. Fred ziet de ruwe beweging van Marieke.
’Wat doe jij nou?’ vraagt Fred.
’Oh, niks’ zegt Marieke zenuwachtig. ’Tandarts vrijdag’.
’Oh’ zegt Fred. ’Ik ook?’
’Nee’. antwoordt Marieke. ’Jij moet na de kerst pas’.
Fred gaat op de bank liggen en is binnen enkele seconden weer gehypnotiseerd door de soap.
Marieke kijkt nog steeds op haar mobiel.
’Activeer de code door op de link te klikken’. Leest zij in het kleine scherm. ’Uw reis duur acht uren.’ Prettige reis. Erik.’
Die nacht ligt Marieke te woelen in bed. Ze kan met moeite in slaap komen. Steeds wanneer ze een beetje in slaap sukkelt, schrikt ze weer wakker. Het bericht in de telefoon heeft ze vanavond zeker twintig keer bekeken. Het staat er echt. ’Prettige reis. Erik.’
’Prettige reis’ denkt Marieke. Hoe dan? Zit ik dan zomaar in het verleden? Nééé, het is één of andere stunt. Kan toch helemaal niet?’
Marieke staat als eerste op die ochtend. Ze loopt naar beneden. Grist de krant uit de gleuf in de voordeur en zet een pot koffie. De koffie pruttelt in hetzelfde ritme als iedere morgen en hierbij leest Marieke de koppen van de nieuwsberichten aan de kleine veel te vol gepropte keukentafel. ’Niks over een reisje naar je eigen ik’ mompelt Marieke en schuift de krant weg.
Boven hoort ze het dagelijkse gerommel van de mannen. Één voor één komen ze beneden. Veel tijd hebben ze geen van drieën want er wordt door niemand ontbeten. Vanaf haar keukenstoel neemt ze het geren en gevlieg langs zich heen waar. In haar rechterhand een peuk. In haar linkerhand een mok zwarte koffie met extra suiker. Na de derde koude windvlaag langs haar kuiten is het stil in huis. ’Eindelijk even rust’ mompelt Marieke.
Marieke smeert een cracker met pindakaas. Eigenlijk heeft ze nooit trek in ontbijt maar ze las in de brochure van de diëtiste dat je beter wel kan eten voordat je gaat werken. Anders wordt je nog dikker. Hoe dat precies zit weet ze niet maar het heeft iets te maken met je stofwisseling die dan efficiënter werkt. ’Het zal wel.’ denkt Marieke en neemt een hap van haar cracker met pindakaas.
Om negen uur staat Marieke klaar om de deur uit te gaan. Om tien uur moet ze beginnen in het magazijn. Het is normaal gesproken een half uur fietsen maar met dit weer doet er zomaar drie kwartier over dus vertrekt ze liever iets eerder. Ze heeft een hekel aan te laat komen. Dat doen er al genoeg, vind Marieke. Ze pakt haar tas en mobiel van tafel. ze kijkt naar het schermpje van haar mobiel. Drukt op berichten. ’Prettige reis. Erik’ leest Marieke voor de zoveelste keer.
Marieke blijft naar het bericht staren. Haar gedachten denken niets. Ze laat zich langzaam zakken op de keukenstoel. Haar duim ligt slechts een centimeter van de digitale link af. Marieke kijkt op. Kijkt naar buiten, naar de regen die onafgebroken met bakken uit de hemel komt. Ze kijkt weer naar het schermpje.
’Als ik niet druk, dan weet ik het nooit’ mompelt Marieke. ’Ik kan het maar beter doen, ben ik er van af. Kunnen ze me vandaag op de radio uitlachen. Er zal wel een rechtstreekse verbinding naar de studio zijn of zoiets’.
Marieke knijpt haar ogen dicht. Haar duim schuift ze een paar millimeter dichter bij de link.
Haar hart voelt ze al sneller kloppen. ’Oh jee, daar gaat m’n bloeddruk’ zegt Marieke nu hardop. Ze wappert haar linkerhand nu voor haar gezicht voor wat verkoeling.
’Ik doe het!’ zegt Marieke hardop. Ze doet haar linkeroog open, gluurt met dat oog op haar mobiel. ’Okay, m’n duim ligt er nu precies op’ zegt Marieke tegen zichzelf. Ze sluit haar linkeroog zodat ze nu helemaal niets ziet. Marieke’s gedachten gaan naar vroeger. Naar eind jaren tachtig. Marieke heeft net examen gedaan aan de HAVO en werkt die zomer, net als de zomer ervoor, bij de snackbar. Daar komt Fred vaak. Daar hebben ze elkaar twee jaar eerder ontmoet.
’Ik doe het. Ik doe het. Ik doe het’ roept Marieke steeds luider en heeft haar ogen stijf dichtgeknepen. Haar gedachten zijn bij de snackbar. Bij zichzelf. Bij Fred.
Marieke heeft haar ogen dicht. Ze heeft al enkele seconden geleden op de link gedrukt. Ze heeft daarna haar linkeroog niet stiekum even opengedaan om te kijken of de link het deed. Ze heeft de hele tijd haar ogen dicht. Stijf dicht. Doodstil is het.
’Geen wind meer’ denkt Marieke. ’Geen regen?’
Ze luistert nog eens goed. Stilte. Ze voelt een koud briesje langs haar gezicht. Voorzichtig opent Marieke haar linkeroog weer. Haar rechterhand met daarin haar mobiel nog altijd in dezelfde positie.
Marieke opent snel haar rechteroog ook. Ze kijkt verschrikt recht voor zich uit. Naar links, naar rechts. Naar boven.
’What the ..’ mompelt Marieke.
Ze herkent alles om zich heen. De boom. De bankjes. De kerk recht voor haar. De kroeg aan de overkant en de snackbar die ernaast zit.
’Triiiing trriing’ Een fietser passeert.
’Goedemorgen, mevrouw’ roept de fietsende meneer op vriendelijke toon naar Marieke.
’Shiiit, dat is die ouwe meester Jansen. denkt Marieke ’Die moest mij altijd hebben, de ouwe dwaas’
’Goedemorgen meneer’ zegt Marieke vriendelijk terug.
Wanneer de meester langzaam uit zicht verdwijnt stopt ze haar mobiel goed weg in haar broekzak.
’Daar kan ik nu niet mee op straat verschijnen’ mompelt Marieke tegen zichzelf.
’Acht uren’ denkt Marieke. ’Tjemig. En hier is niks waar ik nu even rustig een bak koffie kan gaan zitten drinken. De snackbar gaat pas rond lunchtijd open. En ik moet nog piesen ook van al die spanning’.
Marieke wiebelt een beetje heen en weer op het bankje. Ze kijkt om zich heen en herkent steeds meer. Het is stil op straat. Buiten de meester is er niemand te zien.
’Wat voor dag zou het zijn?’ denkt Marieke
Na een minuut of tien klinken er meisjesstemmen in de verte. Marieke ziet niemand maar hoort de meisjesstemmen dichterbij komen. Dan ziet ze twee blonde tienermeisjes op de fiets om de hoek heen komen. De twee meiden zijn zo druk met elkaar in gesprek dat ze Marieke niet eens op het bankje zien zitten. Voor de snackbar stoppen de meiden en stappen van hun fietsen af. Marieke durfde de twee meiden niet aan te kijken en keek de andere kant uit toen ze voorbij fietsten.
’Wie weet herkennen ze me’ dacht Marieke. ’Ze kijkt hoe de twee meiden hun fietsen op slot zetten.
’Loes’. mompelt Marieke van schrik en kijkt strak voor zich uit, haar ogen gericht op de twee meiden ’Dat is Loes. En die andere, dat ben ik zelf!’.
Marieke weet niet hoe ze het heeft. Ze draait haar hoofd steeds weg maar kijkt dan weer snel naar de meiden. Haar hartslag is weer dubbel zo hoog lijkt het wel. Ze krijgt het warm. Haar linkerhand wappert voor haar gezicht voor een beetje verkoeling.
Één van de twee meiden opent de deur van de snackbar. De ander kijkt richting Marieke en ziet de hand van Marieke voor haar neus op en neer gaan. Dan zijn de twee meiden verdwenen en is de deur van de snackbar weer dicht.
Marieke besluit een wandelingetje te maken. Ze moet nadenken.
’Wat ga ik doen? denkt ze ’Wat moet ik doen?’
Marieke loopt met kleine stapjes de straat uit. Haar knie doet wat zeer. Aan het eind van de straat beseft Marieke dat ze nu echt heel nodig moet plassen. Overal om haar heen staan oude huizen. Nergens enig teken van leven te bekennen. Ze draait zich om. In de verte ziet ze het bankje waar ze even daarvoor nog zat, daar vlakbij de snackbar. Ze ziet iemand een reclamebord buiten zetten en weer naar binnen lopen.
’De snackbar, daar kan ik nu toch al plassen’ mompelt Marieke. ’Maar wat moet ik zeggen?
Marieke beweegt van de ene been naar de andere. Haar blaas lijkt het nu helemaal gehad te hebben en gooit alle gewicht van de aanwezige plas op exact dat ene punt waar ze het zo goed voelt.
’Als ik moet dan moet ik’ zegt ze nu hardop. Marieke zet de pas er stevig in. Haar knie protesteert maar de blaas is de baas. Na enkele minuten staat Marieke voor de open deur van de snackbar. Voorzichtig zet Marieke haar linkerbeen in de deuropening. Kijkt naar binnen. Ziet niemand. Ze zet het andere voet naar binnen.
’Ding dong’ klinkt het dan luid.
’Shit’ zegt Marieke. ’die focking automatische bel’
Van achteren komt iemand aanlopen.
’Goedemorgen’ zegt Loes tegen Marieke. ’Mag ik u helpen?’
’Bent u al open dan?’ vraagt Marieke voor de zekerheid.
’Nou, eigenlijk pas over een uurtje maar we zijn achter het terrasmeubilair aan het schoonmaken zodat het naar de winteropslag kan, dus hebben we maar de deur alvast open gezet. Kan het lekker doorluchten.’
’Mag ik even van uw toilet gebruik maken?’ vraagt Marieke.
’Ja natuurlijk’ zegt Loes. ’Is achterin, tweede deur links’.
’Dank u’ zegt Marieke en loopt naar achter. ’Alsof ik dat niet weet” mompelt ze bijna onverstaanbaar.
Op het toilet hoort ze de stemmen van de twee meiden door de dunne wanden heen. Marieke verstaat niet wat ze zeggen maar ze hebben ieder geval veel lol want ze schateren aan één stuk door.
’Ja’ zucht Marieke ’Het was inderdaad heel leuk altijd. We waren vaak samen. Na die zomer heb ik nooit meer iets van haar gehoord.’
Met haar broek op haar enkels, ellebogen op haar knieën, hoofd rustend in haar handen laat ze de herinneringen aan vroeger voorbij komen.
’Aaaah’ dat lucht op zeg.’ zegt Marieke heel zachtjes.
Voorzichtig doet Marieke de toiletdeur van de dames wc open. Ze gluurt om het hoekje de gang in.
Niemand te zien. Het geluid van de twee meiden klinkt wat verder weg nu.
Marieke loopt de snackbar in, kijkt om zich heen, ziet een bankje met tafel achter in de hoek en gaat daar zitten. Ze heeft geen haast. Nu de plas geloosd is kan Marieke weer helder denken.
’Okay, dame’ zegt ze zachtjes tegen zichzelf op strenge toon en zet haar tas onder de tafel. ’Je gaat nu eerst even heel goed tot bedaren komen. Hoe dit kan weet je niet en zul je ook niet te weten komen. Je zit er middenin. Deal er mee!’
Marieke kijkt naar het menu van de snackbar achter de toonbank aan de muur.
’1,50 voor een slaatje’ leest Marieke op het bord. 1,75 voor een patatje met. Dat is 75 eurocent!’ Marieke begint te giechelen. Ze leest bijna ieder gerecht op het bord en zonder dat ze het in de gaten heeft staat haar mond wijd open.
Op dat moment hoort zij iemand van achteren naar voren komen aanlopen.
Marieke is meteen uit haar ’lage prijzen trance’. Marieke durft niet te kijken maar doet het toch. Ze ziet een prachtige slanke meid. Stevige kuiten, bolle frisse wangen en sluik blond lang haar.
’Gaat het goed, mevrouw?’ vraagt jonge Marieke.
Marieke durft haar jonge ik niet aan te kijken en houd haar hoofd iets de andere kant uit.
’Uuhm, ja hoor’ stamelt Marieke. ’Ik moet gewoon even rusten’.
’Zal ik een lekker bakkie koffie voor u zetten?’ vraagt jonge Marieke. Wij hebben zelf ook trek hoor maar u ziet er uit alsof u zo een hele pot op kan, hahaha’.
Jonge Marieke beweegt vloeiend heen en weer achter de counter. Marieke volgt iedere stap.
’Meid, wat was ik slank en soepel!’. Denkt Marieke’. ’Hoppa, foetsie’ Zo vet als bagger.
’Ja lekker, juffrouw’ zegt Marieke vriendelijk’ Dank u.’
Marieke doet haar jas uit en legt deze over de leuning van de bank. Haar blik wordt vanzelf naar de jonge Marieke getrokken die de koffie aan het inschenken is.
’Kijkt u eens’ zegt jonge Marieke terwijl ze twee kopjes koffie op de tafel zet. Daarna zet ze het dienblad neer en komt bij Marieke aan tafel zitten.
Dat had Marieke niet verwacht en ze begint weer zenuwachtig te worden.
’Ja hoor’ denkt Marieke. ’Laat de volgende opvlieger maar komen’
De warmte stijgt in haar nek, zweet vormt zich op haar voorhoofd.
Jonge Marieke staat op, loopt naar de counter en komt terug met een grote keukenrol.
’Hier’ zegt Marieke en reikt een sliert keukenpapier aan Marieke.
Marieke steekt haar hand uit en neemt de sliert keukenpapier in ontvangst.
’Mijn moeder heeft het ook. zegt jonge Marieke op fluistertoon. ’ Is de overgang.’
Marieke veegt de verse druppeltjes zweet van haar voorhoofd.
’Was ik echt zo’n wijsneus?’ denkt Marieke.
Jonge Marieke graait in haar broekzak. Ze tovert een pakje shag tevoorschijn. Drum. Halfzware Drum shag. Haar vingers draaien in een minuut tijd een perfect sjekkie. In één vloeiende beweging hangt het sjekkie tussen haar lippen en rookt het. Het lijkt wel een magic show.
’Ook sjekkie piele?’ vraagt jonge Marieke. Ze houd het open pakje Drum in de lucht voor de neus van Marieke’.
Marieke kijkt een seconde naar het bungelende open pakje shag, graait naar haar jas die op de leuning van het bankje ligt en zegt; ’Als het goed heb ik mijn shag bij me. Ja, hier heb ik het’.
’Oh’ zegt jonge Marieke. Ze kijkt naar het pakje shag ’Van Nelle Zwaar. Is te zwaar voor mij, ga ik zo van hoesten’.
Een grote perfecte kring rook rolt langzaam uit de mond van jonge Marieke, zo langs Marieke, omhoog. De mooie ring van rook wordt groter tot wel een meter doorsnee en lost dan op.
’U bent niet van hier, hè? vraagt jonge Marieke.
’Ik ben lang weg geweest’ antwoordt Marieke.
’Waar komt u vandaan? vraagt jonge Marieke. ’Aan uw kleren te zien van ver. Mooie stof hoor en de hand van jonge Marieke wrijft zachtjes over de GoreTex stof van de jas van Marieke. Marieke wil niet liegen maar kan ook niet de waarheid zeggen. Ze besluit de meest veilige en onschuldige weg te kiezen.
’Van ver inderdaad’ antwoordt Marieke. ’Amerika’
’Oh echt?’ roept jonge Marieke enthousiast.’Ik wil echt een keer naar Amerika. We kijken elke week Miami Vice, m’n vriend en ik, op woensdag bij Veronica. Zo gers. Waar komt u vandaan?
’Gers’ denkt Marieke. Dat woord heb ik al in geen twintig jaar gehoord.
’Verschillende plekken’ zegt Marieke. In Amerika lijken alle steden wel op elkaar, hoor.’
Marieke neemt een extra lange hijs van haar zware sjekkie. Daar heeft ze zich mooi uit gered denk ze. Bij het uitblazen van de rook komt er onverwachts een kriebel vanachter haar keel naar voren. De kriebel wordt in enkele seconden alsmaar erger. Tot Marieke het niet meer kan houden. De kriebel explodeert in een enorme hoest. Het blijft niet bij die ene hoest, er volgt een heel salvo. Die laatste hijs heeft een zware hoestbui losgemaakt. Marieke laat haar sjekkie in de asbak vallen en slaat haar handen voor haar mond en neus en hoest er op los. Haar hoofd is vuurrood en gaat als een jaknikker op en neer.
’Uche, uche, uche’ komt er luid en korrelig achter de witte handen, met aan één hand een grote gelige vlek, vandaan.
’Jonge Marieke staat op, loopt naar de counter. Even later komt ze terug met een glas water.
’Misschien moet u dit maar eens opdrinken’ zegt jonge Marieke en zet het glas kraanwater voor Marieke neer op tafel.
Marieke hoest nog steeds hevig. Er druppelen kleine tranen uit haar ooghoeken. Marieke pakt de prop keukenrol en veegt er mee langs haar gezicht. De tranen laten lelijke zoutstrepen op haar wangen achter. Ze voelt dat ze iets heeft opgehoest. Snel doet Marieke de prop keukenpapier voor haar mond en laat, wat het ook moge zijn, in de prop keukenpapier glijden. Terwijl ze de prop snel invouwt kijkt ze even naar beneden en ziet een zwarte smurrie in het papier. Ze moffelt het weg in de hoop dat jonge Marieke het niet heeft gezien.
Jonge Marieke heeft het hele spektakel met belangstelling gevolgd.
’Gaat het weer een beetje, mevrouw?’ vraagt jonge Marieke.
’Ja hoor’ zegt Marieke. ’Het zakt alweer. Bedankt voor het water.’
Marieke drinkt het glas in één keer leeg.
’Blijft u nog maar lekker zitten’ zegt jonge Marieke. ’Ik ga alles hier aanzetten want we gaan over een half uur open. Dan komen ze patat halen en zo’.
’Bedankt voor je goede zorgen’ zegt Marieke
’Graag gedaan hoor, mevrouw’ zegt jonge Marieke ’Ik vind het leuk om mensen te verzorgen.’
Jonge Marieke staat op, neemt haar kopje en het lege glas mee en verdwijnt achter de counter. Marieke blijft achter aan de tafel met haar koffie en een prop keukenpapier.
De ochtendzonnestralen zetten de voorkant van de snackbar volop in het licht. Het doet gewoon pijn aan haar ogen, zo fel. Marieke houd haar linkerhand boven haar wenkbrauwen om naar buiten te kunnen kijken. Ze ziet iets bewegen buiten, voor de glazen pui. Een man. Hij loopt heen en weer.
’Wil je een bakkie?’ gilt jonge Marieke naar buiten.
Marieke strekt haar nek iets uit, knijpt haar ogen iets toe om te zien tegen wie jonge Marieke het heeft.
’Ik heb die stalling vastgezet’. hoort zij een jongensstem zeggen.
Nog steeds is het licht vooraan te fel om een gezicht te kunnen zien.
’Een flinke windhoos en het vliegt anders zo over straat’ zegt de jongeman tegen jonge Marieke.
’Oh, jij bent echt een Rambo’ zegt Marieke plagerig tegen de jongeman.
’Verrek’ denkt Marieke. ’Fred’.’Maar ik kan me van dit alles helemaal niks herinneren! Al noemde ik Fred wel vaker Rambo toen’.
Bij deze gedachten verschijnt er een glimlach op het gezicht van Marieke. Ze kijkt naar buiten waar het felle licht nog altijd alles in silhouetten verhult. Buiten ziet ze het silhouet van Fred heen en weer gaan. Zij ziet de hand van Fred naar binnen reiken, naar de counter. ’Ding dong’ Fred neemt de kop verse koffie uit de hand van jonge Marieke. Woorden hoort Marieke niet. Ze is in gedachten.
Jonge Marieke loopt even later achter de counter vandaan richting de pui. ’Ding dong’.
’Ja, veel beter’ hoort ze jonge Marieke zeggen. Het hoofd van jonge Marieke beweegt naar het hoofd van Fred. In het felle zonlicht zijn de twee hoofden een paar seconden lang één.
’Wilt u wat eten?’ vraagt Loes. Loes was uit het niets naast Marieke komen staan. Ze draagt een hagelwit schort. ’Of kwam u daar niet voor?’
’Uhm’ stamelt Marieke. ’Nou ik lust eigenlijk wel wat.’
Marieke kijkt naar de klok aan de wand. Half één.
’We hebben heerlijke verse ballen’ zegt Loes.
’Ach, ja, de beroemde ballen met mayo.’ denk Marieke ’Doe er maar eentje’
’Met patat?’ vraagt Loes
’Uuhm’ stamelt Marieke weer. Ze weet donders goed dat ze alleen maar een groene salade zou moeten eten vanmiddag. In het hoofd van Marieke woedt een keiharde strijd tussen sla en patat.
’Speciaal’. zegt Marieke.
’Bal met patatje speciaal?’ vraagt Loes ter controle en ze kijkt Marieke met een schuin hoofd, vragend aan.
’Ja alstublieft’. zegt Marieke.
’Okidoki’ zegt Loes. Draait zich om en herhaalt de bestelling al wandelend naar de counter waar jonge Marieke aan de slag gaat.
’Wat gebeurt er in hemelsnaam met me?’ denkt Marieke.
Haar ellebogen leunen op de tafel, haar handen heeft ze gevouwen tegen haar voorhoofd. Haar hoofd schud ze onafgebroken heen en weer.
Vanachter de counter zien jonge Marieke en Loes de bewegingen van Marieke. Ze smoezen wat tegen elkaar, kijken in de richting van Marieke en gaan dan verder met het maken van bestellingen.
Marieke heeft niets in de gaten. Zij zit ineengedoken aan de kleine tafel en schud alsmaar met haar hoofd heen en weer.
’Ik herinner me hier niets van’ denk Marieke. ’Dat zou toch moeten? En hoe moet ik tegen haar zeggen dat ze niet moet gaan hokken met Fred? Shit.’
’Zóóó dan’ klinkt er vlak boven Marieke. Ze kijkt op. Een groot bord vol patat en een bal drijvend in de pindasaus en mayo, land voor haar op de placemat.
’Eet smakelijk, mevrouw’ zegt jonge Marieke.
Dank u’ zegt Marieke
In de snackbar is het nog rustig. Dat is wat Marieke zich nog wel kan herinneren. Dat het rond lunchtijd nooit bijzonder druk was. laat in de middag begon het meestal pas te lopen.
De bal gehakt smaakt lekker. Zo lekker maakt ze zelf thuis niet eens, denkt Marieke.
’Lekker bakkie toe?’ vraagt jonge Marieke. Ze haalt het lege bord van tafel. ’lekker balletje hè? Is de specialiteit van het huis.’
’Doe nog maar een bakkie inderdaad’ antwoordt Marieke.
’Waarom komt u niet gezellig buiten zitten?’ vraagt jonge Marieke.’We zitten lekker in het zonnetje.’
Marieke kijkt naar buiten. Het felle licht is nu een stuk minder. Ze kan mensen zien zitten op het terras.
’Ja, is goed.’ zegt Marieke.
Ze staat voorzichtig op. Haar knie. Heel langzaam komt ze overeind. Ze wil niet dat iemand het gekraak van haar knie gewricht zal horen. Het geluid van het kraken blijft gelukkig achterwege maar ze voelt haar knie des te meer. Marieke knijpt haar ogen stijf dicht wanneer ze tot volledige strekking komt. Dan gaan haar ogen weer open. Het duizelt haar een beetje.
’Zo’ zegt Marieke. ’Ik ben overeind.’
’Ik zet uw koffie buiten op het tafeltje’ roept jonge Marieke van achter de counter.
Marieke pakt haar jas en loopt langzaam naar voren.
Buiten zitten Loes en Fred. Ze kijken op naar Marieke. ’Ding dong’
’Ja, zijn wij al aan gewend’ zegt Fred lacherig ’Lukt het, mevrouw? Hier, neemt u mijn stoel maar. Dan ga ik wel op het bankje zitten’.
’Nou’ zegt Marieke. ’Dat is nog eens aardig van je, knul.’
’Kleine moeite, toch?’ zegt Fred.
Marieke voelt zich al iets beter op haar gemak. Niemand herkent haar. Logisch natuurlijk want waarom zouden ze. En wie verwacht dat Marieke van een slanke den uitgroeit tot een veel te zware veertiger?
’Ding dong’ ’Is mijn mannetje’ zegt jonge Marieke wanneer ze naar buiten komt. ’We gaan samenwonen na de zomer.’ Jonge Marieke pielt weer razendsnel een sjekkie die net als eerder op miraculeuze wijze tussen haar lippen beland.
’Als je mag van je moeder, hè’ zegt Loes.’ ’Ik ga naar de hotelschool na de zomer’ Loes kijkt hierbij Marieke aan.
’Ach ja’ denkt Marieke. ’De hotelschool. Je ging naar Maastricht. Daarna nooit meer iets van je vernomen’.
’Leuk hoor’ zegt Marieke. En jij? Marieke kijkt naar jonge Marieke.
’Weet nog niet’. antwoordt jonge Marieke. ’Ik vind niks leuk op school. Weer vier jaar zitten leren. En waarvoor? Ik blijf wel hier werken voorlopig, denk ik. Dit vind ik wel leuk. Mensen helpen en zo. Salades maken achterin de keuken vind ik ook wel leuk.’
’Kind, kind’ denkt Marieke. ’Je hebt geen flauw idee wat voor grote gevolgen deze schijnbaar kleine beslissing voor je zal hebben. Ik moet haar waarschuwen. Maar hoe?’
’Zal ik nog een bakkie halen?’ vraagt Fred. ’Kunnen jullie even blijven zitten’
’Nee joh’ zegt jonge Marieke ’Blijf jij maar lekker zitten, ik doe het wel’.
’Ik wil eigelijk wel door deze knappe ober bediend worden’ zegt Marieke. Ze kijkt naar Fred, dan naar de twee meiden.’ Iedereen begint te lachen.
Fred staat op, pakt alle kopjes en schoteltjes van tafel en loopt de snackbar in. ’Ding dong’
’Één ding heb ik wel geleerd, in Amerika’ fluistert Marieke en ze buigt iets voorover, wat dichter naar de twee meiden. De twee meiden buigen automatisch iets naar Marieke en luisteren aandachtig.
’Als een man je iets aanbied, accepteer het dan. Ook al is het je eigen man die het doet. Verwennen is goed, verwend worden nog veel beter’ Bij dit laatste woord knipoogt Marieke naar de twee meiden. Ze beginnen te giechelen. ’Ding dong’ Fred komt met een dienblad vol kopjes koffie naar buiten lopen.
Marieke staat een klein beetje op uit haar stoel, pakt de stoel op en doet een klein stapje naar achter, zodat Fred er voorbij kan lopen. Ze zet de stoel weer neer, leunt naar achter…
’Warm’ denkt Marieke ’Bloedheet’ Om zich heen hoort ze een hoop lawaai. Het klinkt ver weg. Gedempt lawaai. Stemmen. Marieke wil haar ogen open doen maar dat lukt niet. ’Dan maar m’n linkeroog even proberen’ denkt Marieke. Maar die wil ook niet open.
’Hallloo’ klinkt het ergens dichtbij haar. Marieke wil hallo terug zeggen maar haar mond gaat niet open. ’Hallo, hallo’ roept Marieke. Maar niemand hoort haar. Omdat haar lippen stijf gesloten blijven.
’Joehoeoe’ klinkt het naast haar. Deze keer wat scherper. Helderder.
’Oe’ Deze keer kwam de oe tussen de lippen van Marieke vandaan. Het leek meer op een minuscuul luchtbelletje dat per ongeluk ontsnapte uit haar mond, maar het was toch een bewuste oe, bedoeld als joehoe.
Marieke voelt iets. Ze voelt haar eigen armen. En benen.
’Da’s gek’ denkt Marieke. ’Net voelde ik niks.’
Dan gaat als vanzelf het linkeroog van Marieke ietsjes open. Marieke probeert door de smalle spleet te turen. Schimmen ziet ze. De schimmen bewegen. Alle kanten op. Een hele grote donkere vlek zit vlak voor haar gezicht.
’Ga weg, vlek’ denkt Marieke eventjes. Maar dan gaat haar linkeroog iets verder open. Het rechteroog doet hieraan mee.
’Joehoe’ klinkt een meisjesstem ’Wakker worden!’
’Wakker worden?’ denkt Marieke. ’Ik ben toch zeker niet in slaap gevallen? waar ben ik eigenlijk?’
Boven haar hoofd ziet ze meerdere hoofden heen en weer gaan.
’U moet ons niet zo laten schrikken, hoor’ zegt de meisjesstem ’Gaat het weer een beetje?’
Marieke kreunt. Er achter aan komt een zware rochelende hoest.
’Wassssert?’ perst Marieke tussen haar lippen.
’Blijft u maar rustig liggen’ zegt de meisjesstem weer. ’U hoeft niks te zeggen. De ziekenwagen is onderweg’.
’Ziekenwagen?’ denkt Marieke ’Maar dat is niet de bedoeling!’
Marieke beweegt haar armen. Haar rechterarm voelt om zich heen alsof het blind is.
’Nee’ klinkt het streng vlakbij haar gezicht. ’Rustig blijven liggen. Alles komt goed maar even rustig blijven’.
De wereld wordt iets scherper voor Marieke. Het gezicht vlak voor haar herkent ze nu. Dat is het gezicht van de jonge Marieke. Ze zit naast haar op, ja op wat eigenlijk?
Marieke draait een beetje met haar lichaam.
’Nou’ zegt jonge Marieke. ’Er zit ieder geval weer beweging in te komen. Da’s mooi’
Dan krijgt Marieke in de gaten dat ze op de grond ligt. Op het terras van de snackbar. Ze voelt met haar vingers over de grindtegels en ze voelt de voegen waar het onkruid tussen groeit.
’Je moeder is ook onderweg’ hoort Marieke Loes zeggen.
’Je moeder?’ denk Marieke. ’Hè?’ Marieke blijft stil. Haar gedachten hebben het enorm druk momenteel.
’Ziekenwagen’ denkt Marieke‚ ’Mijn moeder’ Marieke voelt haar hart weer tekeer gaan. het zweet breekt haar uit.
’Rustig, mevrouw’ zegt jonge Marieke ’Niet bewegen. Ik blijf hier bij u zitten tot de ziekenwagen er is’.
’Meid, wat is er gebeurt?’ hoort Marieke van een stukje verder klinken. Ze herkent de stem uit miljoenen.
’Deze mevrouw komt uit Amerika’ zegt jonge Marieke. ’We zaten koffie te drinken en toen viel ze zomaar van haar stoel. We schrokken ons kapot. Fred heeft haar languit neergelegd en mond op mond beademing gedaan. Ze komt gelukkig net weer een beetje bij.
’Helllooo!’ klinkt het luid en vlakbij haar oor. ’KEN-JOE-HIR-MIE?’
Nee mam’ zegt jonge Marieke. ’Ze verstaat gewoon Nederlands hoor’.
’Oh’ zegt Marieke’s moeder. ’Gaat het een beetje, mevrouw? vraagt Marieke’s moeder.’
De ogen van Marieke staan nu ver open. Ze kijkt haar moeder aan. Marieke ligt languit op de koude stenen vloer en haar moeder zit op haar hurken bij haar. Een traan rolt uit het linkeroog van Marieke.
’Ja hoor’ zegt Marieke’s moeder op rustige toon ’In het ziekenhuis helpen ze u wel. Komt allemaal best goed.’
Marieke’s moeder veegt met haar hand de traan van de koude wang van Marieke.
’Frééed’ roept Marieke’s moeder naar achteren ’ Zoek eens een warme deken of een kleed. Dan leggen we dat onder haar’.
Fred rent naar achter en komt al snel terug met een oud gewatteerd beddensprei. Hij geeft het aan Marieke’s moeder.
’Rollen we haar samen iets om’ zegt Marieke’s moeder. ’Leggen we het deken eerst hier en dan doen we de andere kant. Dan heeft ze het niet zo koud’
Uit Marieke’s ogen rollen nog steeds tranen. Haar neus snottert en ze kan maar met moeite de snot binnen houden. Haar ogen blijven gericht op het gezicht van haar moeder.
’Rustig maar’ zegt Marieke’s moeder ’We houden u lekker warm en ik blijf hier bij u zitten. De ziekenwagen zal er bijna zijn.’
De linkerhand van Marieke beweegt over een grindtegel. Ze kan haar hand optillen. Haar arm beweegt langzaam langs haar zij omhoog , over haar buik. De vingers van haar linkerhand zijn gestrekt. Ze reikt naar het gezicht van haar moeder. Marieke’s moeder ziet de hand naar haar gezicht komen. Ze pakt de hand voorzichtig beet met haar rechterhand en plaatst de koude hand van Marieke tegen haar wang. Dat was Marieke van plan. Ze kreeg een beetje hulp.
’Komt goed’ fluistert Marieke’s moeder nu. ’Sssshhh’ en ze geeft een kus op Marieke’s hand.
Vanuit de verte horen ze de sirene. Voordat Marieke het door heeft staan er twee broeders bij haar. Ze stellen haar allerlei vragen maar zij antwoordt niet. Jonge Marieke en haar moeder antwoorden. Vakkundig en in rap tempo wordt Marieke op een brancard getild en in de ziekenwagen gelegd.
Voordat de twee achterdeuren van de ziekenwagen sluiten, springt Fred er in. Achter hem volgt een broeder.
’Ga daar maar zitten’ zegt de broeder tegen Fred en hij wijst naar een leeg plekje bij de voeten van Marieke. ’Zie je die riem? Doet de riem om de benen van de patiënt, ik doe het aan deze kant. Anders schuift ze straks opzij’.
Marieke ziet en voelt hoe Fred de brede riem over haar benen legt en deze aantrekt.
De broeder doet het bij haar middel en veel sneller dan Fred. Daarna voelt Marieke de warme handen van de broeder langs haar hoofd gaan. Wat hij daar doet kan ze niet zien.
Ze kijkt naar haar benen. Fred heeft zijn rechterhand op haar been en hij kijkt met open mond om zich heen.
’Wat was hij toch een knappe jongen’ denk Marieke ’Sterke benen ook’ Ze kijkt naar de lange gespierde benen van Fred. Fred heeft niks in de gaten. Hij is in de ban van alle apparatuur in de ziekenwagen.
’Vind je het mooi?’ vraagt Marieke aan Fred en ze glimlacht een beetje. Fred kijkt haar met grote ogen aan en kijkt dan weer snel om zich heen naar de slangetjes en apparaten.
’Gers’ antwoord Fred. ’Nog nooit gezien van binnen.’
’Laat dat maar zo blijven’ zegt Marieke. ’Goed naar je vriendin luisteren, dan komt alles goed’
Fred kijkt Marieke weer aan. ’Marieke bedoelt u? vraagt Fred. ’Ja zeker, is een slimme meid hoor’
’Ja?’ vraagt Marieke. ’Jij ook, toch?’
’Net geslaagd’ zegt Fred. ’Zal wel. Weet niet wat ik wil worden. Of dat nou zo slim is?’
Marieke glimlacht. ’We wisten inderdaad allebei niet wat we wilden worden. We waren gek op elkaar. Dat wisten we wel.’
Marieke kucht.
’Werken kan je heel je leven’ zegt Marieke nu met een korrelige stem. ’Leren niet’.
Fred kijkt weer naar Marieke en glimlacht.
’Die heb ik niet eerder gehoord’ zegt Fred en hij glimlacht weer.
Eenmaal in het ziekenhuis wordt er bloed afgenomen en lopen er tientallen mensen af en aan om Marieke’s bed. Het duizelt haar. Marieke heeft geen benul van tijd. Überhaupt niet wat er in hemelsnaam met haar aan de hand is!
’U bent vast erg geschrokken, hè?’
Marieke draait haar hoofd naar rechts. Daar staat haar moeder.
’We zijn achter de ziekenwagen aangereden’ zegt Marieke’s moeder. ’Uw jas.’ Haar moeder houd haar jas omhoog.
Achter Marieke’s moeder staat jonge Marieke.
’Ik vond het best eng’ zegt jonge Marieke. ’U moest al zo zweten steeds. En toen dat hoesten. Best eng hoor’.
Marieke glimlacht naar jonge Marieke. ’Amerika’ fluistert Marieke op korrelige toon en beweegt haar wijsvinger langs haar lichaam. ’Veel en ongezond eten. Niet goed, hè’
En weer glimlacht Marieke.
Jonge Marieke glimlacht terug.
Een arts wandelt de kamer in.
’Goedemiddag dames’ zegt de arts. U bent allemaal familie?
’Ne’ begint Marieke’s moeder maar Marieke onderbreekt;
’Ja, dokter, one happy family’ zegt Marieke en ze knipoogt naar jonge Marieke en haar moeder.
De arts zucht diep.’Ik ben bang dat ik de happy family slecht nieuws kom brengen’ zegt de arts. Marieke’s adem stokt. Ze voelt haar hartslag toenemen. Ze reikt haar rechterhand naar haar moeder die vlak naast haar staat. Die ziet de uitgestrekte hand en pakt deze beet.
’We hebben de eerste resultaten binnen.’ zegt de arts. ’Niet goed’ De arts schud hierbij zijn hoofd.
Marieke’s moeder draait haar hoofd naar Marieke.
’Moeten we iemand voor u bellen?’ fluistert ze naar Marieke.
Jonge Marieke staat stokstijf stil, zegt niks. Een traan bungelt over haar linkerwang.
De arts wilde nog iets zeggen maar loopt zachtjes de kamer uit.
’Nee’ schud Marieke met haar hoofd. ’Hoeft niet.’ zegt Marieke met een heel schorre stem nu.
’Ik ga straks weg.’
Jonge Marieke draait zich om en loopt snotterend de hal in.
Marieke’s moeder gaat op het bed zitten. Langs de benen van Marieke.
’Ik heb uw portemonnaie hier’ zegt Marieke’s moeder. Ze heeft de jas van Marieke over de benen van Marieke gelegd.
Marieke schrikt. ’Shit. Bankpasjes. Rijbewijs. Donorkaart. Euro’s’ denkt ze.
Marieke kijkt haar moeder aan. Dat is twintig jaar geleden dat ze zo met haar moeder zat. Alleen waren de rollen toen omgedraaid. Toen lag haar moeder op sterven. 55 jaar oud.
Hoe oud zou ze nu zijn? 48? zoiets.
’We konden niets met een adres vinden’ zegt Marieke’s moeder. ’Alleen wat vreemd geld en rare pasjes, ’zal Amerikaans zijn’ zei Fred. Oh, en u heeft dezelfde achternaam als Fred, dat viel hem op’.
’Blijft u even rusten. zegt Marieke’s moeder en staat op van het bed. ’Ik kom straks terug om met u te kijken wie we kunnen bellen.
Marieke staart naar het ziekenhuis plafond.
’Prettige reis. Erik’. Nou, dankjewel Erik.’
Marieke doet haar ogen dicht. Haar keel doet pijn. Haar knie. Even rust.
’Auw’ krijst Marieke het uit. Als vanzelf gaat haar rechterhand naar haar nek. ’Wat nu weer’
Marieke beweegt haar hoofd heen en weer.’ Krrrk’ ’Zal door dat ziekenhuis kussen komen’ denkt ze. Marieke opent haar ogen. Het plafond van het ziekenhuis is anders.
Ze kijkt rechts. Links. Grote nachtlampen.
’Sodeju’ denkt Marieke ’ Waar ben ik nu weer beland?’
Ze beweegt haar benen. Dat gaat vlotter en makkelijker dan ze had verwacht. Ze stapt uit bed, kijkt de kamer door. Ze heeft geen flauw idee waar ze is beland. Marieke wandelt langzaam door de slaapkamer. Ziet een deur. Opent de deur en kijkt om het hoekje.
Niemand te zien. Ze loopt de gang in. Daar wordt Marieke een beetje duizelig. Met beide handen pakt ze de leuning bij de trap. Tree voor tree, heel langzaam loopt Marieke naar beneden. De vloer is van leisteen. ’Lekker warm’ denkt Marieke. ’ Deze mensen zijn slim geweest, hebben vloerverwarming laten aanleggen. Thuis zit ik acht maanden per jaar met m’n voeten tegen de verwarming aan. Marieke staat nu in de keuken. Mooi kookeiland, loeigrote koelkast. Een grote houten schaal ligt vol appels en peren.
’Zo,zo, gezonde lui’ mompelt Marieke.
Boem! Een knal ergens achter.
’Mam’ Ben thuis! klinkt een jongensstem. ’Ik moet opschieten want om half 7 begint de training. Bij deze laatste woorden staat de jongen waar de stem uit kwam in de keuken, recht tegenover Marieke.
’Wat sta je nou wezenloos te kijken, mam?’ zegt de jongen
Marieke gaat zitten op de barkruk die bij het kookeiland naast haar staat.
’Euhm, even wachten’ zegt Marieke.
’Heb je liggen pitten zeker? zegt de jongen ’Pa heeft je daar voor gewaarschuwd. Je werkt te veel. Laat hem het maar niet horen dat je heb liggen pitten. Neemt ie je meteen mee op vakantie’.
Net zo snel als dat de jongen gekomen is verdwijnt hij weer. Boem!
Marieke is duizelig. Ze herkent de keuken nu.
’Mam?’ zegt Marieke.’Ik ben zijn moeder. Maar wie..’
Ineens worden er nieuwe herinneringen wakker.
’Pim?’ zegt Marieke. Ze staat nu rechtop naast het kookeiland. Kijkt om zich heen. Het hele huis wordt langzaam herkenbaar ’Ja, Pim. Tjemig en wat is ie slank!’
Beelden van zware Pim en deze, nieuwe slanke, kennelijk sportieve Pim zweven door elkaar heen.
Ding dong. De deurbel.
’Maar waar is de voordeur?’ vraagt Marieke zich af. Zonder verder na te denken loopt ze naar de voordeur. Marieke opent de deur.
’Ha schat’ zegt een oudere slanke dame, geeft Marieke een kus op de wang, passeert Marieke in snelle pas en loopt zonder het te vragen recht het huis in. ’We zijn vanavond met zijn twaalven dus maak je borst maar nat’.
’Mam?’ mompelt Marieke ongelovig. Ze doet de voordeur zachtjes dicht en loopt door de hal naar de keuken waar haar moeder in een glas water staat te roeren.
’Ik zou me maar gaan omkleden als ik jou was want over tien minuten moet je aan de bak. zegt Marieke’s moeder.
’Nou!’ Wat sta je daar nou onnozel te kijken? roept haar moeder kattig en loopt de keuken uit.
Marieke is nieuwsgierig waar ze heen gaat en loopt haar achterna. In de lange hal wordt Marieke weer duizelig. Ze krijgt een overdosis herinneringen van haar leven in snel tempo voor geschoteld maar deze verdwijnen ook weer net zo rap. Ze houdt zich staande met haar rechterhand steunend tegen de muur. De duizelingen verdwijnen weer snel.
Ze voelt haar herinneringen wegglijden. In plaats daarvan komen nieuwe herinneringen. De duizelingen zijn weg en ze voelt zich een stuk helderder.
’Kijk!’ roept Marieke’s moeder in de deuropening van een andere fel verlichte ruimte. ’Iedereen is er en jij loopt nog in je ouwe kloffie.
Marieke glimlacht. ’ Twee minuten, mam’ roept Marieke en ze rent de terug naar de slaapkamer. Ze gooit haar kastdeur open, grist haar broek en buis er uit, trekt haar kleren uit, kijkt in de spiegel, staat op haar tenen en bekijkt zichzelf eens goed van links en rechts. Marieke knikt instemmend en trekt snel het koksuniform aan.
’Zo, daar is Le Chef’ hoort zij achter zich. Ze draait zich om. Fred.
’Je hebt slaapogen’ zegt Fred. ’Je hebt zeker liggen pitten zojuist? Ik wist het wel. Het is over en uit nu. Na deze laatste kooklessen neem je twee weken rust. Ik boek wel een leuk hotelletje. Gaan we er samen even rustig van genieten’
Marieke glundert. Ook Fred ziet er goed uit. En zo sportief in zijn witte Eerste Hulp uniform.
Ze gaat op haar tenen staan, geeft Fred een zoen vol op zijn lippen en loopt de slaapkamer uit. In de deuropening draait Marieke zich om en zegt; ’Jij kookt vanavond voor ons, dat je het weet. Ik wil zalm.’
’Rambo.’
Arjan Eikelenboom
24 juni 2014
Rotterdam
Hoe verzin je het! Wel gaaf.