’Héééé, wat gebeurt er nu?
Boem! klinkt het hard. En dan nog eens. Boem! Deze tweede boem kwam van de andere kant.
Pedro weet nog niet precies wat hem overkomt. Maar één ding weet hij wel. Voor het eerst in zijn ongewoon leventje, is hij alleen. Pedro kijkt voor zich uit. Kijkt even naar links. Naar rechts.
’Pfffff’ zucht Pedro. ’Muy caliente, heet zeg’.
Oh ja, Pedro komt uit Zuid Amerika. Spaans is zijn moerstaal.
’Mi Dios, mijn God’ puft Pedro. ’Ik ben wel wat warmte gewend maar vandaag lijkt het wel of ik in een sauna ben beland’.
’Oye, Hey!’ roept Pedro naar rechts. Een stukje verderop staat iemand te zwaaien. Hij ziet niet wie het is want door de bijna ondraaglijke vochtige hitte zijn de glazen van zijn bril beslagen.
Gelukkig laat een zwoele bries de ergste wasem van de bril verdampen. Hij hoort muziek. Het zijn voor hem bekende klanken.
’Si, okay dan’ zegt Pedro tegen zichzelf. ’Ey Maestro, me gusta, klinkt lekker.’ Zijn heupen wiegen voorzichtig mee op het ritmische getrommel van de bongo’s terwijl langzaam de wereld voor hem alsmaar scherper en zichtbaarder wordt.
Daar staat weer iemand te zwaaien. Nu ziet Pedro het beter. Het is een dame. Niet zomaar een dame maar een knappe dame. Ze draagt rode hoge hakken, een kort denim rokje en daarboven een….
’Waat? roept Pedro verbaasd. ’Zie ik dat goed?’
Jazeker. Pedro ziet het heel goed zelfs. De knappe dame draagt een hele kleine, rode bikini. Een minikini. Langs haar schouders rollen grote gitzwarte krullen haar. Op haar neus rust een uit de klauwen gewassen zwarte Prada zonnebril. De knappe dame draagt aan haar rechterarm een zwart leren Louis Vuitton tas. Haar linkerhand heeft zij boven haar hoofd. Deze hand zwaait hevig naar Pedro.’Ik weet niet waar ik ben maar ik begin dit leuk te vinden’ zegt Pedro.
’Holaaaa chica’ tettert Pedro naar de knappe dame en laat zijn stralend witte tanden zien. Zijn heupen wiegen nu wat wilder heen en weer op de tropische klanken, die ergens achter de knappe dame vandaan komen.
Dan gebeurt er iets vreemds.
’Ay ay ay’ roept Pedro hard.’Que pasa?’
Onder Pedro zijn voeten lijkt de wereld ineens te bewegen.
’Ey chica’ roept Pedro weer naar de knappe dame. ’Niet weg gaan’.
Terwijl Pedro in balans probeert te blijven verdwijnt de knappe dame langzaam uit zicht van Pedro.
’Mi Dios’ jammert Pedro.’Waarom geeft u mij mijn droomvrouw en laat u haar daarna weer weglopen?’ Maar het is niet de knappe dame die wegloopt. Het is Pedro zelf die er vandoor gaat.
Het bewegen van de aarde lijkt nu gestopt. Pedro kijkt naar de andere kant en ziet dan nog meer mensen lopen. Hij kijkt daarna voor zich uit en ziet een zee aan verschillende kleuren. Pal voor hem is het geel. Daarachter ziet hij groen, rood en blauw. De kleuren bewegen langzaam heen en weer. Intussen klinken de bongo’s gewoon door. Pedro ziet dan twee armen de lucht in gaan. Twee armen zwaaien naar hem. ’Uhm Dios?’ zegt Pedro zachtjes en kijkt omhoog met één oog stijf dicht geknepen tegen de felle zon. ’Geeft u mij nu twee chica’s?
Twee dames, allebei bloedjemooi. Net als de vorige knappe dame, dragen zij een minikini boven hun korte rokjes. Pedro begrijpt er geen moer van. Hij weet niet waar hij is, wat er gebeurt is en waar hij heen moet maar hij besluit om alle vraagtekens voor nu even los te laten en te genieten wat Dios hem aanreikt.
’Ik zal in de hemel terecht zijn gekomen’ zegt Pedro lachend tegen zichzelf en zwaait naar de twee schaars geklede dames terwijl zijn heupen vanzelf naar links en rechts bewegen alsof hij met de twee mooie dames aan het dansen is. Maar ook deze twee dames verdwijnen langzaam uit zicht. Pedro beseft dan ineens dat alles om hem heen beweegt. Tergend langzaam, maar het beweegt wel.
De zee aan verschillende kleuren beweegt vloeiend alsof de hele boel in slow motion is gezet. En nog steeds klinkt die gezellige salsa.
Pedro kijkt links, rechts, voor zich uit en herhaalt dit keer op keer. Geen moment is hetzelfde en alles beweegt. Dan kijkt hij nog eens goed naar rechts. Een naambord. ’Ocean’. Leest Pedro en hij knijpt zijn ogen een beetje toe om het beter te kunnen lezen. ’Ocean Drive’.
Dan valt het kwartje bij Pedro.
’Dit is Ocean Drive. Ik ben op Ocean Drive’ schreeuwt Pedro blij en zo hard mogelijk. Ocean Drive is DE flaneer boulevard in Miami Beach. ’Chicaaaaaa’s, gilt Pedro nog harder. Hij gilt zo hard hij kan. ’Pedro is in Miami, bitch! Arribaaaa’.
De lach op Pedro zijn gezicht is nog nooit zo uitbundig geweest. Hij kijkt naar links en ziet daar nog veel meer knappe dames lopen. Allemaal in minikini. Een stuk verder ziet hij de azuurblauwe oceaan en een wit strand vol gebronsde lichamen.
Pedro staat intussen te dansen als een dronkelap onder invloed van xtc. Zijn heupen wiegen als nooit tevoren. ’Holaaaa Gloria’. Gilt Pedro weer hard. ’Enrique, Ricky. Donde estan?, waar zijn jullie?’ Aaaarrribaaaa, Prrrrrrrrrr, oléééée! ’Pedro esta in South Beach, bitcheeeeees’ gilt Pedro alle kanten op om iedereen maar te laten weten dat hij er is. Van alle kanten wordt inderdaad gereageerd. Knappe dames maar ook kinderen zwaaien nu enthousiast naar Pedro. Pedro’s leven lijkt een feestje.
Het leven van Pedro was echter niet altijd zo vrolijk. Maar echt vervelend was zijn leven nu ook weer niet. Al ging het ergens toch een beetje mis. Zijn jeugd en het begin van zijn volwassen leven was een roze droom en super relaxed. Hij woonde op een plantage. Neeeee, werken hoefde Pedro niet. Zijn leven was een aaneenschakeling van lange siësta’s. Luieren was het belangrijkste. Niet alleen hij leefde als God in Frankrijk. Zijn hele familie was zo lui als de nacht. Ze hingen allemaal maar een beetje rond, werden dikker en dikker en genoten van het tropische weer. Totdat op een kwade dag, gringo’s met gevaarlijke, scherpe kapmessen een eind maakte aan de roze droom van Pedro en zijn familie. Wat er precies gebeurde weet Pedro niet maar hij heeft op het nippertje een enorme brand weten te overleven, heeft maandenlang opgesloten gezeten met duizenden anderen in een veel te krappe donkere cel, en kreeg vanmorgen nog een flink pak slaag waardoor hij buiten bewustzijn kwijtraakte. Hij werd zojuist pas een beetje wakker. In Miami South Beach. Of all places! Wie had dat durven dromen? ’Eindelijk écht leven’ schreeuwt Pedro. Hij danst er vrolijk op los, zwaait naar alle knappe dames die hij links en rechts ziet en blijft maar roepen hoe blij hij is dat hij in Miami is.
Dan gebeurt er iets onverwachts. De wereld onder Pedro beweegt opnieuw. Niet een beetje maar heel erg deze keer. Hij is gestopt met dansen maar zijn lichaam zwiept ongecontroleerd alle kanten op waardoor hij maar met moeite zichzelf staande kan houden. ‚
’Ay ay ay’ roept Pedro. ’Wat nu weer! Noooooo, Noooooo.’
Pedro kan het niet langer houden en voelt dat hij loskomt van de wereld. De vreemde aardbeving eindigt met een enorme schok waardoor Pedro niet alleen omkukelt maar ook vooruit wordt geslingerd.
Boem! Met een harde knal komt Pedro neer. Splaaash!
Pedro ligt stil. Op zijn buik. Maar door de harde schok en de klap bij het neerkomen heeft hij het in zijn broek gedaan. Hij voelt alles zomaar weglopen. Pedro opent zijn ogen en wat hij dan ziet had hij nooit kunnen dromen. Twee paar ogen, twee neuzen, twee monden. Zo dichtbij dat hij ze kan aanraken. Maar dat lukt niet. Pedro kijkt de twee paar ogen aan maar hij ziet niet zo goed. Pedro wordt ineens een beetje draaierig en voelt dat hij in slaap gaat vallen. Hij voelt zich heel moe. Met één oog half open kijkt hij slaperig vooruit. De twee paar ogen, twee neuzen en twee monden hebben de grootste lol. Hij hoort hen schateren van het lachen. Maar dan, Langzaam, ebt het schateren weg en verdwijnt Pedro voor eeuwig naar dromenland.
===
Het is u waarschijnlijk nooit overkomen. Mij overkwam het wel. Na een middagje shoppen plaatsten we de volle tassen van Prada, Gucci en you name them, op de achterbank van de blitse huurauto. Het is een prachtige zomerdag hier bij het strand in Miami Beach. Voordat we wegrijden in de airco gekoelde auto haalde ik nog snel even een Venti Colombian Pike Roast bij Starbucks. Deze had ik tijdens het volladen van de achterbank voor het gemak even op het dak van de huurauto gezet. Bij het wegrijden probeerden de mensen langs de weg ons nog te waarschuwen en zwaaiden enthousiast om onze aandacht te trekken. Het duurde even maar ineens besefte ik het; de koffie staat nog op het dak van de auto! We reden nog maar stapvoets over de drukke boulevard en ik trap stevig op de rem. Had ik niet moeten doen. De gloeiend hete beker koffie viel pardoes voorover, zo op de vooruit.
Arjan Eikelenboom.
Rotterdam
1 juni 2014